Nachten: Tiensestraat (10/10)

Of ik nog in het café zat, of misschien zin had om daarnaartoe te komen. Dat stond er in haar bericht, meer niet. Het was al halftwee voorbij – of later, of vroeger – en ik werkte nog aan mijn thesis. De volgende ochtend moest er een volledig nieuw hoofdstuk in de brievenbus van mijn promotor worden gedropt en ik had tot de laatste minuut gewacht om daaraan te beginnen schrijven.

Of ik nog in het café zat, of zin had om daarnaartoe te komen. Geen ongewoon voorstel, want we leefden allebei vooral ’s nachts en we konden het goed met elkaar vinden aan de toog. Dan speelde ik dat ik haar probeerde te versieren en dan speelde zij dat zij mij afwees en zo kregen we wel een hele avond gevuld.

Continue reading

Nachten: Brusselsestraat (8/10)

Die nacht toen we voor het licht werd opstonden om te filmen hoe de straatlampen uitgingen, en dat we toen met die film een prijs wonnen en dat iedereen heel even van ons hield.

Die nacht toen het kotfeestje in de keuken nogal tegenviel, en dat we toen op de kamer zelf maar voor dj gingen spelen en dat daarna al het toiletpapier uit het hele gebouw op mysterieuze wijze in de gang belandde.

Die nacht toen we tot vier uur opbleven om die ene film met James Cagney te kijken op TCM, en dat we die eigenlijk evengoed op dvd hadden kunnen kopen maar dat niemand daaraan had gedacht.

Nachten: Parkstraat (7/10)

“Liefje”, fluistert ze in mijn oor en ik ben er zeker van dat ze op een ander moment, in een andere kamer, in hetzelfde halfdonker tegen hem precies hetzelfde zegt. Wanneer zijn we vertrokken? Hoe kom ik hier? Ik herken de contouren van mijn eigen kamer, maar het is al een hele tijd geleden sinds die nog zo hebben bewogen. Ze trekt me naar zich toe, ze ruikt zo overdreven zoet. Mijn hoofd is zwaar. Ik kruip omhoog, op zoek naar steun op het hoofdkussen, maar het is duidelijk dat ze niet zomaar zal loslaten.

Continue reading

Nachten: Diestsevest (5/10)

dit is hoe jij de zeeën hebt gemaakt: je keek omhoog naar
de wolken en een voor een scheurden ze open uit jaloezie.

ik stond er maar wat bij, je kent me, terwijl het water langs me liep
en eilanden maakte waar voordien geen eiland was.

de mensen rondom mij lachten en ze zwommen en ze kwamen  naar
buiten in hun boot, maar ik zag alleen de minder mooie kant:

dat ik nooit nog het geklik zou horen van je hakjes op de
tegels in het huis waar mijn vader nu niet meer woont.

je doet nog wel je best, maar er spatten alleen wat druppels op.

je bent me lang niet dicht genoeg.

(Schaamteloos gestolen van Death Cab For Cutie.)

Nachten: Boogaerd (4/10)

W. had paarse dreadlocks en een tepelpiercing waarvan ik niet wist of ik hem ooit te zien zou krijgen. Ze kende een meisje dat vermoord was. Af en toe sliep ze in een kraakpand, maar veel vaker nog thuis bij haar mama en haar zus en uitzonderlijk een keer of twee bij mij. Bij mij op de bovenste verdieping was het klein en warm, dus stonden we vaak samen uit te waaien op het gigantische terras waarlangs je naar de kamers kon van de luidruchtige buren die eigenlijk best vriendelijk waren.

Continue reading