De morgen schiet op

Het is verleidelijk om dit rampjaar voorzichtig onder de mat te schuiven, maar ik krijg het niet over mijn hart om een traditie die al zeven jaar standhoudt  nu plotseling  af te breken. Mijn eindejaarslijstje 2014:

  • Boek:  niets sneller en met meer plezier gelezen dan  Your fathers, where are they? And the prophets, do they live forever? van Dave Eggers. (Minpuntjes voor de titel, pluspunten voor de raket op de cover.) Nick Hornby heeft met Funny Girl eindelijk een nieuwe roman en dat op zich is al een dansje waard. Ouder, maar dit jaar pas ontdekt  en ronduit fantastisch bevonden: Goliath  van Tom Gauld.
  • Cd:  Ryan Adams is terug en wist mij opnieuw te raken zoals hij dat tien jaar geleden deed. Hetzelfde geldt in mindere mate voor Beck en Conor Oberst. Verder  heel blij dat men  mij  veel te laat nog naar Sugar Man heeft doen  luisteren.
  • Film:  Boyhood, met ruime voorsprong.  Meer met het verstand dan met het hart heb ik ook enorm genoten van Iñárritu z’n  Birdman.
  • Theater:  dit jaar heb ik eindelijk  Hitler is dood  gezien en soms is dat genoeg.
  • Concert: met  Millencolin en Blink 182 op de Lokerse feesten heb ik mij harder geamuseerd dan ik durf toegeven. Spinvis in de Vooruit heeft mij harder ontroerd dan ik had verwacht.
  • Tv/radio:  het WK, op zowel tv als radio. Verder natuurlijk vaste waarde  Interne Keuken en Iedere Middag Moonsie.
  • Werk/persoonlijk: ze zeggen soms dat je, om iets te herstellen, beter eerst al het oude tot op de grond kan afbreken. In dat geval ben ik halfweg. Maar ik heb het gevoel dat ik daarover al alles heb verteld – hier, en hier en ook hier.
    Aan de andere kant  leerde ik veel nieuwe mensen kennen, of  oude mensen beter kennen, en kan ik alleen maar hopen dat zij zullen blijven. Het liefste wat ik heb loopt sinds kort met  voorzichtige stapjes door de kamer  en zegt “aai, aai” terwijl ze over mijn hoofd streelt en hoe kan je op zo’n moment iets anders denken dan dat het allemaal wel meevalt?

There’s just one lonely present

Een verplichte pauze is geen excuus om met tradities te breken, hoe vervelend die tradities ook mogen zijn. Hier is mijn eindejaarslijstje voor het jaar des Heeren 2013:

  • Boek: blij met Straus Park van PB Gronda, zowel om wat het beloofde als om hoe het afliep. Blij met mijn beslissing om vanaf nu nooit meer Lanoye te lezen.  Blij met dat boek dat zijn beste tot nu toe  had moeten zijn, niet zijn beste voorgoed.
  • Cd: de nieuwste en hardste van De Jeugd.  Trouble will find me. Racine Carrée, perfect op dat ene botsautonummer na. Ach, uiteindelijk heb ik toch nog het vaakst geluisterd naar die nieuwe cd met oude nummers van Tindersticks.
  • Film: door niets méér omver geblazen dan door  Beasts of the southern wild, al had ik die volgens de regels in 2012 moeten kijken.
  • Theater: het weinige dat ik heb gezien, heeft mij zo erg teleurgesteld of verveeld dat ik al vroeg in het jaar besloot om mijn theaterbudget aan voetbal te spenderen – en ook dat stelde meestal niet veel voor. Voor 2014: raak mij, iémand!
  • Concert: het feest bij Jools Holland in Het Depot, de tranen bij The National in het Koninklijk Circus.
  • Tv/radio:  het is goed dat een programma als De Ideale Wereld bestaat. Aan de andere kant van het spectrum:  management killed the radio star.
  • Werk:  het was het jaar waarin ik een prijs won zonder iets van belang te hebben geschreven, waardoor ik nooit het gevoel kreeg dat ik die prijs echt verdiende. Het was het jaar waarin ik helemaal op het einde dan toch nog brak.
  • Persoonlijk:  in 2013 werd ik dertig, en het memorabele feest dat ik naar aanleiding daarvan wilde geven, heeft ervoor gezorgd dat ik de rest van het jaar niet meer buiten durfde.
    Ik hielp al mijn vrienden verhuizen, en zij mij, en iedereen vertelde dat dat niet betekende dat er nu iets kapot zou gaan, het werd alleen ánders, maar dat is typisch zoiets wat mensen zeggen vlak voor er iets kapot gaat.
    Alles mag kapot gaan en ik zal het verdragen, want het allermooiste kwam mijn wereld in.

Veel pijn, maar wat dan nog? (1)

Zo gebeurde het dan dat ik vrijdag onder de middagpauze in een aftandse camionette naar een busdepot in Vilvoorde reed. Zonder gps en met de route veel te snel uit het hoofd geleerd, sloeg ik twee maal een verkeerde straat in, waarna een opeenvolging van eenrichtingsborden mijn oriëntatiegevoel danig op de proef stelde. Op de radio vertelde de interviewster mooie dingen over de allereerste film waarvan de makers mij op de aftiteling bedankten.

Ik luisterde zo aandachtig dat ik in een scherpe bocht op een bijna onzichtbare drempel tussen twee rijvakken knalde, hard maar zonder veel erg.

Continue reading

Wat een beroerde dingen droom ik

Het is zaterdagochtend 22 december. Terwijl ik zoals ieder jaar aan het eerste hoofdstuk van De Avonden begin, kunnen jullie hier een paar minuten tijd vergooien aan die andere hardnekkige traditie:

  • Boek:  het jaar begon met  Het schuwste dier  en eindigde met  De verjaardagen  en vooral dat laatste wil ik het liefst voor altijd blijven knuffelen. Tussendoor waren er  De laatste caracara  en  Massa en zullen er altijd columns van Charlie Brooker zijn.
  • Cd: Jack White  heeft mij omvergeblazen zoals hij dat op mijn twintigste kon. Verder was ik erg blij met de debuten van Douglas Firs en Liesa Van der Aa  en met het  nieuwe werk van Ben Folds Five en The xx  –  al durf ik dat dankzij Flavorwire niet meer toe te geven.
  • Film:  voortdurend een krop in de keel bij Amour, tranen bij Jagten. Een trapje lager staan dan de Woody Allen documentaire en Moonrise Kingdom.
  • Theater: Braakland/ZheBilding heeft een nieuwe speeltuin in mijn stad en ik ben blij dat ik daar Lev mocht zien. Daarbuiten was het opnieuw een mager jaar.
  • Concert: ik geloof nog steeds niet helemaal dat ik  The Lemonheads heb gezien. Ook onvergetelijk was het Motownmomentje tijdens de cd-voorstelling van Douglas Firs.
  • Tentoonstelling: Damien Hirst in Tate Modern. Met stip.
  • Televisie:  aan vierenzestigvoudige snelheid doorgespoelde reclameblokken. Gewoon omdat het nog kon, dit jaar.
  • Werk: ik schreef mijn allerlaatste columns ooit en keerde even terug op de radio. Ik maakte tekeningetjes in een galerij en op de Boekenbeurs. Ik hing mijn eigen stad vol astronauten en ging in een andere stad uitleggen hoe het nu zit met dat boek. Ik heb niet langer het gevoel dat iets moét, en dat is een luxe.
  • Persoonlijk: mensen naar wie ik opkeek gingen dood. Andere mensen gingen weg of ik bij hen. Wel lijkt het alsof alles nu even rustig wordt. God, laat het rustig worden.

Midnight Love Tour

I.

Het boekenprogramma werd ingeleid door een meisje dat een klassiek stuk speelde op de harp. Ik luisterde, zonder ook maar één keer mijn ogen van haar af te halen. Even leek de harp mij het allermoeilijkste instrument ter wereld, tot ik bedacht dat voor alle instrumenten hetzelfde geldt: muziek is alleen maar de vorm waarin je je handen zet. Al de rest is oefening. Tijdens het applaus vroeg ik me af waar eenzelfde basis zou liggen bij schrijven.  Ik herinnerde mij een reportage die ik enkele weken geleden heb gezien op de televisie, over ik weet niet meer welke auteur of columnist, die plaatsnam voor zijn computer en tegen de interviewer zei: “ik kan maar met één vinger typen, maar wel heel snel.” Ik wist niet meer of het een man was naar wie ik opkeek. Wel dacht ik: het zou veel gemakkelijker zijn om te doen wat ik doe, of ermee op te houden, als het een vaardigheid was die in de handen lag, in plaats van in het hoofd of in het hart.

Continue reading

I’ve built my dreams around you

Het spijt me, het spijt me zo, maar de irritatie die mijn eindejaarslijstjes bij jullie opwekken is veel kleiner dan de paniek die ik zou voelen door te breken met een jarenlange traditie. Dit was bijgevolg 2011:

  • Boek: Freedom  was te vervelend en het boek van Jon Richardson te herkenbaar. Het zusje van de bruid was net vervelend genoeg en het boek van Rob Waumans net herkenbaar genoeg.
    Update: het is 31 december, elf uur ’s ochtends en ik heb net in één ruk door Onder vrienden van Paul Baeten Gronda uitgelezen. Het bleek het enige boek dat ik hier, nu, op mijn bijna-dertigste absoluut moést lezen – een perfecte spiegel van mijn eigen gedachten. Op de valreep, maar absoluut top.
  • Cd: The  Vaccines maakten de lente, maar werden gemakkelijk aan de kant geschoven voor Roosbeef en Spinvis. Dit jaar pas heb ik voor het eerst For Emma, forever ago gehoord. Dit jaar pas heb ik voor het eerst The National gehoord. Ook mijn ontdekkingen spaar ik op voor crisistijden.
  • Film: Submarine eindigt op eenzame hoogte. In Vlaanderen hebben veel te weinig mensen Noordzee, Texas gezien – zonder twijfel de film die mij dit jaar het meest heeft verrast.
  • Theater: het gat dat de Joke Schauvliege Challenge heeft achtergelaten, is nooit gevuld geraakt. In 2011 heb ik werkelijk niets gezien dat een plaats in deze lijst verdient.
  • Concert: brons voor  Roosbeef op een veel te koude avond in Gent, het zilver gaat naar de eenmansstunt van Elvis Costello in de Elizabethzaal. Beirut eindigt nog een plaats hoger dan in 2010. Als dit zo doorgaat, moet ik tegen volgend jaar voor Zach Condon een nieuwe kleur medaille verzinnen.
  • Televisie:  het was een goed jaar voor de Britse commerciële televisie, dankzij  10 o’ clock live en de  Black Mirror-reeks.
  • Werk:  het lijkt alsof alles perfect is gegaan, met een relletje, een nieuwe opdrachtgever, voorstellen die blijven binnenkomen en zelfs een nominatie voor een grotemensentaalprijs. Waarom lijkt het dan nog steeds alsof ik zomaar wat doe?
  • Persoonlijk: het was het jaar van besluiteloosheid en voor alles bang. Het was een jaar van alles kwijt. En toch heb ik me af en toe uitstekend geamuseerd. Toen ik pas met het internet begon, bestonden er van die ellendige vragenlijsten die je moest invullen en doorsturen naar je vrienden. Eén vraag daarin luidde altijd: “wie is de leukste persoon die je dit jaar hebt leren kennen?” Begin maar te kiezen, met zo veel  lieve  nieuwe mensen.