Two for a quarter, dime for a dance

De professor  en ik hebben een wedstrijdje pannenkoeken eten gehouden. Dat doen wij wanneer we elkaar onze mannelijkheid willen bewijzen. Armworstelen kan ik niet en een messengevecht is te gevaarlijk voor binnen. We hebben veel spullen die kapot kunnen.

Door iets te enthousiast en met beide handen een pannenkoek met stroop in mijn mond te duwen, moest ik plots heel erg aan  Pol, Pel en Pingo denken, en aan de oude admiraal die ook een walrus was.  

Want Pol, Pel en Pingo, die aten ook pannenkoeken  met hun handjes. Ze hadden ook een spraakgebrek: de dingen die ze zeiden kwamen altijd onderaan de prentjes terecht, en  niet in ballonnetjes zoals bij normale stripfiguren. Ik vraag mij af wat er van Pol is geworden. Als hij niet meer leeft, hoop ik dat hij begraven is op zee.  Dat zou hij zo hebben gewild.

Het werd 9-7, ik ben het meest man. Mijn buik doet het meest  pijn.

2 Comments Two for a quarter, dime for a dance

  1. Ine M.G.Schmidt

    “En Jip zegt na een poos: Ik kan ook niet meer.
    Hoeveel heb je er op?
    Vier, zegt Jip.
    En kijk nou toch die Janneke. Die eet maar door. Ze eet maar door. Hoeveel heb je er op, Janneke?
    Vijf, zegt Janneke met een zucht.
    Goed, zegt moeder, dan krijg jij de medalje.
    En moeder maakt voor Janneke een gouden medalje. Een pannekoekenmedalje aan een rood lint. Die krijgt Janneke op haar jurk, met een speld. En Janneke is zo trots. Zo trots. En Jip? Nou dat begrijp je. Jip is echt een beetje jaloers.”
    (uit: Jip en Janneke. Eerste boek. p. 150)

  2. Phumazz

    Jip zal deze ervaring gebruiken om al zijn toekomstige mislukkingen aan op te hangen en iedere keer als zijn Poolse vrouw pannekoeken bakt voor de acht mishandelde kindjes, denkt Jip eraan een kogel door zijn hoofd te jagen.

Comments are closed.