Midas is king and he holds me so tight

Als laatste wapenfeit vóór de Langste Vakantie Uit De Geschiedenis ging ik bij enkele bedrijven op bezoek om een interview af te nemen van hun directeur. Een van die bedrijven lag op een industrieterrein net buiten Gent. Het had een achteringang voor personeel en leveranciers en een iets sjiekere vooringang waar bezoekers werden ontvangen. “Je kan hier links rond het gebouw lopen en dan kom je er meteen”, vertelde de vrouw aan de balie van de verkeerde ingang mij.

Ik liep links rond het gebouw. Tegen een lange kale muur stond alle rommel uitgestald waarvoor het bedrijf geen nut meer zag: stapels paletten, lege tonnen en oud ijzer, met daartussen een beschadigd stenen standbeeld van een konijn. Het was ooit geschonken aan een directeur, “voor zijn jarenlange inzet”, maar nu lag het daar maar wat, zielig op zijn zij. Die directeur was niet degene met wie ik zou praten. Ik durfde niet te vragen naar het konijn of de man voor wie het was gemaakt. Het leek mij nochtans een verhaal dat ik graag had gehoord.