The Big O’

Er zijn drie dingen waar wij mannen onmogelijk aan kunnen weerstaan: als we water zien beginnen we daar stokken en stenen in te gooien, in de buurt van een kaars verbranden we alle servetten, bierviltjes en balpennen die we kunnen vinden, en wanneer we tijdens het zappen terechtkomen op het snooker op BBC2, blijft de televisie ook stáán op het snooker op BBC2.

Zaterdagavond heb ik mezelf getrakteerd op een dodgy restje vis uit de koelkast, waarna ik nog tot drie uur ‘s nachts Litvinenkootje mocht spelen boven een wc-pot die ik nog niet zo lang ken. In de film over de daarop volgende zondag was ik dan ook eerder een figurant dan the guy who gets the girl. De begeleidende soundtrack werd het UK Championship.

Ik kwam weer bij bewustzijn ergens in de vroege namiddag, tegen het einde van de herhaling van de halve finale, nog net op tijd voor het beslissende frame. Ronnie O‘Sullivan (die zijn relatief zware achterstand van de vorige dag had opgehaald) veegde met schijnbaar gemak de tafel leeg in een perfecte 147 break. Ik hou niet zo van sport, maar een wereldprestatie op zijn tijd kan ik wel smaken. Toen ook O‘Sullivans tegenstander Selby na een bal of tien zag wat er zou gaan gebeuren, boog hij geboeid voorover, om samen met mij glimlachend de demonstratie te volgen. Soms wou ik dat ik ook een goed verliezer was.

Niet zo gek veel later begon het eerste deel van de finale, waarin O‘Sullivan volledig over Stephen Maguire heen walste. In een mum van tijd stond het acht frames tegen nul, en begon het voor mij interessant te worden: ik geniet pas van een wedstrijd wanneer ik die kan bekijken als een film met een klassiek opgebouwd verhaal. Ik zag het Goede het Kwade overwinnen, ik zag met alle macht onderdrukte emoties aan beide kanten, de serene zelfzekerheid van de held, de verslagen blikken van een steeds zenuwachtiger wordende Maguire, aan zijn wachtbank vastgeketend tot de regels van het spel hem een verlossende opgave zouden gunnen. Ik hoorde wat in Engeland doorgaat voor uitzinnige commentatoren superlatieven tekort komen om het geniale spel van O‘Sullivan te beschrijven. En ik zat met open mond te kijken.

Tegen vijf uur werd het donker. Het was een prachtige zondag.