iémand is met het openbaar vervoer aan het reizen deze week he?
(hoewel, het is toch vakantie? zoveel vijftienjarigen kan je toch niet tegenkomen? die zijn allemaal aan het skiën, want er ligt lijk gemaan veel sneeuw! en oh my god, die skileraar is lijk gemaan lekker!)
mag ik nu ook een muilkorf? want als iedereen dat heeft, wil ik dat ook.
morgen koop ik gouden ballerina’s, een iPod en een jas met pels aan de kap.
iémand is met het openbaar vervoer aan het reizen deze week he?
(hoewel, het is toch vakantie? zoveel vijftienjarigen kan je toch niet tegenkomen? die zijn allemaal aan het skiën, want er ligt lijk gemaan veel sneeuw! en oh my god, die skileraar is lijk gemaan lekker!)
mag ik nu ook een muilkorf? want als iedereen dat heeft, wil ik dat ook.
morgen koop ik gouden ballerina’s, een iPod en een jas met pels aan de kap.