First quarterly review 2008

Vijfentwintig.

Billie Holiday was al de grootste zangeres van Harlem, en stond op het punt om met “Strange fruit” ook de rest van de wereld te veroveren. Orson Welles regisseerde theater en luisterspelen, werd bejubeld voor zijn all-black productie van MacBeth en maakte heel Amerika bang voor aliens. Oscar Wilde studeerde af als de beste student klassieke talen die Oxford ooit zou kennen, trouwde en  gaf lezingen over heel Europa.

Ik ben een pendelaar met een treinabonnement. In mijn vrije tijd werk ik aan een boek over wat andere mensen hebben gepresteerd. Ik ben niet meer zo ambitieus als een jaar geleden.

Misschien is het tijd voor een brommer en een maitresse, al zou ik al heel blij zijn met een kop koffie en een paar oude vrienden.

Gelukkig is er Wikipedia, waar mensen kunnen opzoeken wat er met hen scheelt.

Woordspelingen zijn de laagste vorm van humor

…en dat is precies de reden waarom jullie zelf een titel mogen bedenken voor dit artikel. Suggesties gaan in de richting van iets met steentjes, iets met Clouseau of, waarom ook niet, iets met het schaamteloos doodschieten van mussen. Terwijl jullie daarmee bezig zijn, zorg ik voor enkele impressies bij de slotdag van het Dominofestival 2008. Muziek voor kieskeurige mensen, in ’s lands mooiste zaal.

Continue reading

De kip met de gouden enkels

Twee jaar geleden nam de professor me mee naar de Leuvense Minnepoort. Theaterhervormingsgroep Droog Brood kwam daar Omwille van de smeer spelen, en dat “kon wel eens grappig worden”. Niet dat ik mijn huisgenoot een teveel aan nuance wil verwijten, maar ik heb die avond gelachen tot ik er bijna het bewustzijn bij verloor – een gevoel dat ik pas weer mocht ervaren toen dj Regi afgelopen najaar in De Laatste Show zijn liefde voor Billy Joel bekendmaakte. En toch waren de lachsalvo’s maar bijzaak: Omwille van de smeer blijft me vooral bij als een stuk vol dieptragische personages, niet in staat om hun gevoelens op een normale manier aan elkaar over te brengen.

Continue reading

Pulitzer

When she said: “Don’t waste your words,
they’re just lies”, I cried she was deaf.
And she worked on my face until breaking my eyes,
then said: “What else you got left?”
It was then that I got up to leave, but she said: “Don’t forget.
Everybody must give something back for something they get.”

Het werd verdorie tijd. Proficiat, mijnheer Zimmerman.

Heaven ain’t close in a place like this

Mensen vroegen mij of ik niet overdressed was voor de gelegenheid. Ik baande mezelf een weg door de emokindjes en hun ouders en nog voor iemand een noot had gespeeld, was het duidelijk dat ik hier niet echt thuishoorde. “Hier” was Bunkerrock, een avondje voor en door de verschillende groepjes die repeteren in het hok achter het Overpeltse cultuurcentrum Palethe.

Continue reading