A dreaded sunny day, so I meet you at the cemetry gates

Herinnert iemand zich The Sims nog? Vóór de marketingafdeling van Maxis die reeks volpropte met huisdieren en pyjamafeestjes, hadden ze nog gewoon een verrekt moeilijk time management spel. Om succesvol te worden, moest je je tijd perfect verdelen tussen werk, vrienden, hobby’s en slapen. Als dat niet lukte, was het maar een kwestie van tijd voor je personage in zijn ondergoed pizza zat te eten in een vies huis met maar één stoel. Het zal u niet verbazen dat het bij mij altijd precies zo afliep.

Ik wil de laatste tijd zoveel dingen doen dat ik nergens meer aan toekom. Mijn lak aan structuur maakt mij wel een romantisch zigeunertje, maar het zou fijn zijn om af en toe ook eens iets af te werken. Ik ben razend jaloers op Michel, die zich blijkbaar wél met succes op één ding kan toeleggen.

Tijd om hetzelfde te proberen, dus. Deze week ga ik de meeste van mijn ideeën schrappen en aan een ander deel wat minder aandacht besteden. Aan deze blog, bijvoorbeeld. Wat begon als een parodie, is nu volledig uit de hand gelopen en trekt meer bezoekers dan ik ooit had verwacht. Daar ben ik enorm blij om, maar het blijft wel mí­jn speeltuin, natuurlijk.

Ik neem vakantie en maak tijd voor wat echt belangrijk is. Top Gear kijken en Leffes drinken. The Smiths luisteren in het bos. Sodomie en zelfverminking. Als ik langer wegblijf dan verwacht, komen jullie dan even kijken of ik toch niet in mijn ondergoed pizza zit te eten in een vies huis met maar één stoel? Bedankt.

Revolutie zonder tegenstanders

Bewegen is de beste remedie tegen depressies, zegt men wel eens. Load of bollocks, zegt San F. even vaak. Twaalf weken en tweehonderd kilometer draven geleden voelde ik mij nog gewoon een beetje kut, nu voel ik mij kut én moe in de beentjes. Maar goed, boo hoo, over tot de orde van de dag.

Afrekeningshit Johnny Berlin heeft een eigen promoteam. Door historisch toeval is dat een promoteam waar ik erg veel van houd, en zo komt het dat ik onder lichte dwang bij een of ander meisje op schoot naar het debuut van deze Truiense Timmen Vanhamel mocht luisteren.

Lichte dwang of niet, op een recensie van mij zit niemand te wachten, Johnny zelf nog niet in het minst. Wel heb ik bij de hardere nummers een paar leuke dingen gehoord en vindt u mij deze zomer dan ook terug op een optreden, op zoek naar een beter oordeel. Als ik daarbij een das zou dragen, betekent dat niet dat ik een groupie ben, alleen dat ik nog maar eens een weekend vergooi.

Ziezo. Wanneer die Berliner binnenkort bescheiden succes oogsten, kan ik zeggen dat ik hen geplugd heb toen ze nog maar vers van het IFS afkwamen. Wanneer ik binnenkort hetzelfde doe, kunnen zij dan weer zeggen dat SFY over hen heeft geschreven toen hij nog een cultfiguur was. Iedereen wint. Het is een klein land en we moeten elkaar helpen.

Tijdens Sunrise (F.W. Murnau, 1927)

Kom, neem nu maar mijn hand, dan gaan we naar de zon.
Van hieruit is het nog ver, maar het laatste stuk draag ik je wel.
Ik weet niet of het er mooi is en of we er veel kunnen doen, maar
we zijn er tenminste alleen en we kunnen wat praten onderweg.

Kom, neem nu maar mijn hand, dan gaan we naar de zon.
Alle dieren zijn er dood en het water is er op en mijn geld
en talent zijn er niets meer waard: het wordt even wennen, maar
we zijn er tenminste alleen en we passen ons wel aan.

Kom, neem nu maar mijn hand, dan gaan we naar de zon.
We nemen er de tram, ik ken een zaal met een orkest, daar kunnen
we dansen en de nacht bestaat niet meer. Slapen wordt moeilijk zo, maar
we zijn er tenminste alleen, dus we blijven op en we kijken naar elkaar.

Kom, neem nu maar mijn hand, dan gaan we naar de zon.
Ik weet dat je aarzelt, maar nee, hij mag niet mee, dat begrijp je
nu toch wel? Dat zou wat gênant zijn voor mij en daarbij,
ik heb het je het eerst gevraagd.
.

Off the rails I was, and off the rails I was happy to stay

Ik hou niet van Spaanse films. Ik kan de personages niet uit elkaar houden en alle vrouwen praten zo schel. Ik hou ook niet van sprookjesfilms, omdat ik het al moeilijk genoeg heb om me in te leven in de echte wereld van elke dag.

Tot zover de theorie. In de praktijk kunnen mijn eigen principes me gestolen worden en krijg ik niet genoeg van films als pakweg Abre los ojos of Big Fish. Meer nog, op de Dag des Oordeels zal ik de Boodschapper wegsturen met de woorden: “laat die mensen maar voorgaan, ik kijk eerst deze twee nog.”

Continue reading