Ik zag mijzelf meer als een misschien

Met één handschoen en één vrije hand sta ik voor de parkeerautomaat. Op de hoek van de straat links van mij komen twee meisjes hun kot uit. Ze praten honderduit, maar ik ben te geconcentreerd bezig om aandacht te schenken aan wat ze precies vertellen.

Zij lopen achter mij door terwijl ik met mijn koude hand de sneeuw wegveeg van het schermpje dat het uur aangeeft waarop ik mijn auto weer moet komen halen. Ik sta nog altijd met mijn rug naar de meisjes wanneer ik het ene tegen het andere hoor zeggen: “alléé Hanne, die’s toch keigoed?”

Ik draai mij om en schrik wanneer ik merk dat ze tien meter verderop gestopt zijn. Allebei kijken ze mí­jn richting uit. Hanne peinst.

“Neen”, antwoordt ze kordaat, en ze loopt verder.

Auw.

Afhankelijkheid is het schoonste wat er is

Dit weekend zit ik ingesneeuwd, met deze website als enige vorm van contact met de buitenwereld. Zal ik dan nog maar eens vertellen over het theater dat ik heb gezien? Altijd dat verrekte theater. De volgende opdracht die ik mijzelf opleg, zal draaien rond koekjes en middagdutjes.

Als ik u een tip mag geven omtrent Theater op de middag in de BOZAR: blijf daar weg. Het publiek is er talrijk, maar bestaat alleen uit bejaarden en middelbare schoolkinderen die dit jaar “één toneel moeten kijken voor die van Nederlands”. De voorbode van een uur lang ostentatief gezucht en rinkelende gsm’s. De prachtvrouw op het podium had meer geduld dan ikzelf en bevroor geduldig haar handelingen tot de muziek werd weggedrukt.

Continue reading

Kiss you better

Vorige week was ik de nonsensberichten in mijn krant zo beu dat ik de actie ‘Facebookgroepen zijn géén nieuws’ ben gestart. Een succes is dat niet geworden, maar ik heb me toch een hele middag prima geamuseerd.

Gisteren was ik de nonsensberichten op mijn televisie zo beu dat ik een column heb geschreven. Het lijkt alsof hij over Linda De Win gaat, maar eigenlijk is het mediakritiek. Zoals je medicijnen voor je kleuter ook eerst door de appelmoes mengt.

Lieve Linda De Win.

Stukjes met een mening zijn niet mijn forte. Dat is geen schande, maar ik moet dat durven toegeven. Dit is dan ook de laatste keer. Volgens Maartje wordt het tijd dat ik eens iets ontieglijk moois schrijf over de liefde. Ik overweeg dat. Volgens Thomas moet mijn volgende stuk over choco gaan. Benieuwd wie het zal halen.

Die buurt bestaat niet meer

Ik liep met mijn handen vol de oprit af, en zij de hare op. Ik verwachtte een beleefdheidsgesprekje terwijl ik de ruitenwisservloeistof van mijn auto zou bijvullen, maar ze negeerde mij en stak zonder omkijken haar sleutel in het slot van de voordeur.

Vroeger was ze altijd kwaad, op alles en iedereen. Op mijn zus en mij, als we weer eens op straat speelden. Of als we in de tuin speelden en er een bal verdween over haar mottige cipressen die de hele wereld aan het zicht onttrokken. Dan stelde mijn mama zich vragen bij haar geestelijke gezondheid, al gebruikte die daar minder diplomatische woorden voor.

Er kwam een dag waarop ze niet kwaad meer was. Dat was een zondag: ik stond al klaar in de gang om te vertrekken naar het nieuwe huis van mijn vader, toen ze op ons afliep en vertelde dat Jules, haar man, gestorven was. Daarna excuseerde ze zich voor haar opdringerigheid. Sindsdien woont ze helemaal alleen in het huis.

Vandaag droeg ik ruitenwisservloeistof naar mijn auto. Zij opende haar voordeur zonder naar mij om te kijken en vóór ze naar binnen liep, drukte ze even op haar eigen deurbel. Zodat ze niet zou vergeten hoe die klinkt.

Like really evil coffee

Vroeger was het een avond die legendarisch moest worden. Waar maanden over werd nagedacht, want elk voorstel was te gewoon, te doorhetjaars. Hoe groter de teleurstelling de volgende dag, hoe straffer de verhalen die toch werden verteld.

De voorbije avond verschilde niet zo gek veel van de avonden ervoor, behalve dat ik nog eens te veel dronk om nog met de auto naar huis te mogen. Ik bracht de nacht door op een sofa en werd om het uur gewekt door een telefoon met Kings of Leon-ringtone of schreeuwende mensen op straat.

In een van die korte stukjes slaap droomde ik dat wij samen heel gewone dingen deden, zoals een donsdeken in een hoes proppen zodat we daarna samen in een écht bed konden slapen.

Ik werd wakker voor het zover was, reed naar huis en zag minstens drie lege champagneflessen in mijn voortuin liggen. Restanten van een avond waarover héél straffe verhalen zullen worden verteld. Ergens begin maart zal de conciërge die flessen opruimen.