Denkmal

I.

Bij het aanschuiven op de luchthaven stond ik achter Jan De Cock in de rij. Vlak voor Kerst zat ik nog gemoedelijk bij hem op het bureau, waar ik een Nespresso kreeg in een mooi vormgegeven kopje en een en ander probeerde uit te leggen over mijn werk. Deze keer kon ik alleen maar denken: als het vliegtuig straks neerstort, staat hij morgen in de krant en wordt er over mij met geen woord gerept.

Continue reading