Meisje met een heupflacon (2)

Woensdagnacht nam ik rond hetzelfde uur een snellere trein. Een wagon verderop lag een hond te slapen terwijl een vrouw kwade dingen schreeuwde naar zijn baasje. Naast mij bladerde een meisje door een exemplaar van  The  Times dat iemand op de bank had achtergelaten. Ze zocht tevergeefs naar haar horoscoop.

Ik begon eraan te wennen om mijn avonden in Brussel door te brengen. Na het werk was ik in het park gaan zitten om mijn boek uit te lezen. Ik keek toe hoe een zwerver kastanjes wegtrapte die hij achteraf ging terugzoeken in de struiken. Dat hield hij langer vol dan ik had verwacht. Het liefst van al wilde ik meespelen, maar ik durfde hem niet te vragen of dat mocht. Aan de overkant van het park, bij de ingang van het oude theater, stonden journalisten te wachten op iets dat zes uur later pas zou gebeuren.

In de AB hoorde ik tUnE-yArDs dingen doen met haar stem die ik sinds Nina Simone niet meer had gehoord. Ik werd er onwezenlijk blij van, maar dat ging gelukkig snel over. Beirut speelde een set die nog mooier was dan die van vorig jaar  in Antwerpen – dat was de avond waarop ik het meisje met de heupflacon dat nu naast mij stond voor het eerst had ontmoet. Toen waren wij nog te verlegen om meer te zeggen dan “hallo”, vandaag durfden we af en toe zelfs tegen elkaar te zwijgen terwijl we samen naar het station liepen.

Ik herinner mij nog goed hoe het die zomer was: net zoals nu had ik weer zo’n bui waarin ik op korte tijd zoveel mogelijk mensen wilde zien. Net zoals nu voelde ik mij op het einde van de week alsof ik mezelf had overeten na veertig dagen vasten. Maar nog nooit heeft iemand mij één goede anekdote verteld die over matigheid ging.

Meisje met een heupflacon (1)

Dinsdagnacht op de trein ben ik aan de praat geraakt met een koppel stomdronken Canadezen. Dat viel nog niet mee, omdat ze voortdurend in slaap vielen middenin het gesprek en zich daarna niet meer konden herinneren wat ze mij precies hadden gevraagd. De eerste was slank, met warrig zwart haar en een baard en koos er al snel voor om gewoon tegen het raam verder te dutten. De tweede was dikker, had kort blond haar en gaf een veel jovialere indruk, al lag dat waarschijnlijk aan de Deliriums die hij de hele avond had gedronken.

De twee moesten naar Leuven en net zoals ik waren ze per ongeluk op de traagst mogelijke trein gestapt. We hielden halt in plaatsen als Haren-Zuid, Erps-Kwerps en Veltem en bij elk van die tussenstops moest ik de blonde jongen ervan overtuigen dat hij echt wel de goede kant op ging. Hij lag languit, met zijn voeten op de bank, en kreeg daarover een opmerking van de conductrice. Toen zij even later terugkwam met een paar krantjes om onder zijn schoenen te leggen, was hij daarvan zo onder de indruk dat hij “I love you” bleef roepen tot ze helemaal uit het zicht was verdwenen.

Na bijna drie kwartier reden we Leuven binnen. De Canadezen en ik wensten elkaar nog een prettige nacht. De laatste bus was al vertrokken, ik moest te voet naar huis.  Aan het einde van de Bondgenotenlaan kwam ik de dikke jongen opnieuw tegen: hij reed mij zwalpend voorbij op een damesfiets. Zijn vriend was nergens te zien.

Omdat ik dat wil

Ik woon in een huis waar ik nooit graag heb gewoond. Dat is de schuld van mijn huisbaas – niet rechtstreeks, maar omdat ik toen ik er pas introk een pak problemen heb moeten oplossen die hij over het hoofd had gezien. De agita die mij dat toen heeft bezorgd, is in de gordijnen gekropen en in de kieren van het parket en zelfs in de zeventiende-eeuwse houten katrol die mijn woonkamer siert en die er aanvankelijk voor had gezorgd dat ik op dit appartement verliefd werd.

Maar zelfs al heb ik vorige week de huur opgezegd, die deprimerende ruimte blijft voorlopig nog mijn huis en zoveel mogelijkheden om te ontsnappen zijn er niet. Of ik moest de auto nemen, natuurlijk, en voor één avond koers zetten naar een troosteloos en uitgeregend bouwterrein aan de Gentse Oude Dokken.

Continue reading

Achttien

Als ze hadden geweten dat de televisie er zou zijn, zouden ze wel iets anders hebben aangetrokken, de vers afgestudeerde achttienjarigen die al op de ochtend van de eerste inschrijvingsdag stonden aan te schuiven aan de Leuvense Universiteitshallen. Zomer of niet, een korte broek en polohemdje stralen altijd minder ambitie uit dan je graag zou willen.

(meer lezen op deredactie.be)