Und so flieíŸen meine Tage (1)

Vroeger was Amsterdam een familiebezoek, later vakantie, nu alleen maar werk. Zo verdwijnt langzaamaan de magie uit alles.  Op de trein werd mijn zitplaats ingenomen door de rugzak en het afval van een Amerikaanse hipster met een kaal hoofd, imposante baard en tatoeages op beide polsen. Toen ik hoorde dat hij er in Rotterdam uit moest, heb ik echt waar vanaf Antwerpen aan niets anders meer gedacht dan hoe ik het vlotst kon opstaan om hem door te laten. Allebei de armleuningen omhoog. Boek – Tsjip/De Leeuwentemmer – en papieren op de zetel schuiven tijdens het rechtstaan. Wijnflesje en glas opnemen in de linkerhand, met de rechter het tafeltje inklappen. Buurman doorlaten, glimlachen, opnieuw gaan zitten – met alle handelingen nu in de omgekeerde volgorde. Nog vijftig kilometer om na te denken over mogelijke alternatieven. Het is geen leven zo en zo is het met alles: elk gesprek heb ik tot in het kleinste detail al gevoerd in mijn hoofd, uitgetekend in flowcharts die rekening houden met elk denkbaar antwoord dat de ander zou kunnen geven. Veel vaker dan niet reageert iemand op een manier die ik toch niet had voorzien, waarna ik kansloos achterblijf.

Continue reading