1989

Zo stel ik het mij voor: geen grote gebaren, geen bravoure, geen allesverzengend vuur. Niet meer dan een blik bij het openen van de deur, die zegt: “Daar ben je. Dat heeft lang geduurd.”

Hoe vertel je iemand wat je het liefste wilt? Terug naar wat je ooit – wanneer was dat ook weer? – heel even hebt gekend. Een nieuwe kans op het plan dat was, onbewogen door de dag met de gedachte aan wat er ’s avonds op je wacht.

Stap naar binnen. Leg je handen om haar uitgeputte hart. Luister hoe ze hijgt – het ritmische op en neer van haar bebloede vacht.

Dat is hoe ze komen zal. Vanaf dan: bang wachten tot ze gaat.

Quadriceps

spier“O ja, nu ik hier toch ben,” is een uitdrukking die tijdens een doktersbezoek nog nooit heeft geleid tot mí­nder gedoe. Toen ik van de onderzoekstafel afsprong, voelde ik heel even weer die stekende pijn in de pees waarmee mijn quadriceps aan mijn knie vasthangt, een pijn die in het dagelijkse leven gemakkelijk te negeren valt en pas echt hinderlijk wordt wanneer ik lange tijd intensief ga hardlopen, waardoor ik haar altijd meer als een goede uitvlucht dan als een probleem heb gezien. Nog voor ik goed en wel was uitgesproken, kreeg ik een voorschrift in de handen geduwd voor een reeks afspraken bij de kinesist.

Dit was de eerste keer dat ik een kinesist bezocht. Ik had geen idee van hoe zo’n afspraak in zijn werk ging of hoe ik mij daar hoorde te gedragen. Bovendien voel ik mij doorgaans al onwennig wanneer ik zélf aan mijn lichaam zit.

Continue reading

You look like rain

Na een halve dag babysitten op twee peuters die schipperden tussen opstandig en hartverscheurend lief – en de daarbijhorende onderdompeling in het universum van Kaatje, waarbinnen de mij vertrouwde wetten van de logica geen enkele vorm van houvast boden – kwam ik volkomen afgepeigerd thuis, niet in staat om nog meer dan vier stappen te verzetten.

Continue reading