Trein

De jongen tegenover mij keek vreemd op toen ik mijn treinkaartje begon te scheuren – eerst in twee, maar al snel ook in vier en acht en zestien stukken – om de bladzijden bij te houden in het boek dat ik aan het lezen was, omdat zo veel passages rechtstreeks over mij leken te gaan, al snap ik natuurlijk wel dat dat niet écht zo was. Toen we het station binnenreden, keek ik naar de weerspiegeling van het voorbijglijdende perron in het glas van de deur en verloor mijn evenwicht, omdat wat ik zag niet overeenkwam met wat mijn lichaam voelde, ook al was ik mij op elk moment bewust van het bedrog dat speelde in mijn hoofd.

Continue reading