Bright future in sales

Toen ik gisteren op het station mijn abonnement wilde verlengen, kreeg ik te horen dat dat niet mogelijk was. In plaats van een gelamineerd stuk papier met mijn foto erop had ik een heel nieuw, meer modern type treinkaart nodig, dat door een computer kon worden gecontroleerd op nauwelijks drie keer méér tijd dan momenteel door een mens. Ik woog de wachtrij aan het andere loket af tegen de tijd voor mijn trein zou vertrekken en besloot het probleem nog een dag te negeren.

Vanmorgen liep ik noodgedwongen te voet naar het station. Alle loketten voor abonnementen waren dicht. Ik zei er iets van aan een ander venster, en nam me al voor om mij enorm te ergeren aan de discussie die zich daarop zou ontwikkelen, maar meteen werd er een loket voor mij opengedaan. De mevrouw achter het nieuwe glas en ik lachen uitgebreid naar elkaar en vier minuten later was alles in orde, zonder kosten, zonder pijn.

Ik wandelde naar het perron en ging ver weg van alle drukte staan, op enkele meters van een man in een veel te warme zwarte jas. Op het perron aan de overkant kwam een vrouwelijke conducteur aangelopen, in een stevig tempo. Het hoedje van haar uniform moest zich inspannen om haar op en neer botsende, wilde, blonde haren in bedwang te houden. Toen de conducteur de man in het zwart zag, zwaaide ze naar hem. De twee begonnen een gesprek, over de dubbele sporen heen. Ik kon niet horen waarover ze het hadden.

Ik voelde mezelf rustig worden, zo rustig zelfs dat het even leek alsof ik van bovenaf kon kijken naar mezelf en hoe ik daar op het perron stond te wachten. Er was een zwakke herfstzon die door de wolken brak, er was het schattige meisje van Woestijnvis, op de grond lagen verloren loombandjes in roze en geel. Ik kon proberen wat ik wou, een slechte ochtend zou dit niet meer worden.