Zomergast Yezerskiy

Ik ben links, intellectueel en blijf op warme zomeravonden graag binnen omdat ik geen zweet verdraag: drie kenmerken die me rechtstreeks de doelgroep van het onnavolgbare Zomergasten binnen mikken. Ook dit jaar is mijn favoriete Midden-oostencorrespondent Joris Luyendijk weer de MC van dienst, maar door bijzonder pijnlijke omstandigheden heb ik tot nog toe al  iedere aflevering moeten missen.

Gelukkig is daar nog de grote televisiestudio in mijn hoofd: tijdens het lezen van Luyendijks weblog vraag ik me wel eens af welke fragmenten ik zélf zou uitkiezen wanneer ik bij  de man  aan tafel mocht schuiven. Een nogal hypothetische situatie, want  niemand heeft me al ooit drie minuten aan een stuk door horen praten, laat staan een hele avond. En toch lijkt het me fijn om eens alle mooie dingen die ik ken te mogen delen met gelijkgezinden. Deze filmpjes zouden alvast niet ontbreken:

Vinni Poech heb ik deze week pas leren kennen dankzij  het weblog van De Standaard, maar  zit  nu al in mijn top drie van favoriete  tekenfilms. Deze Sovjetversie blijft redelijk trouw aan het oorspronkelijke  verhaal van A.A. Milne, maar is stukken  charmanter dan de  overdreven aaibare  verfilming door de Disney Corporation.

John Kennedy  Jr.: ik snap niet waarom ik  zo gefascineerd ben door de mythe rond JFK. Oliver Stone en  iets te veel documentaires zullen daar wel wat mee te maken hebben. Deze beelden van de driejarige John F. Junior die  de militaire groet brengt op  de begrafenis van zijn vader (helemaal aan het einde van dit clipje), zijn twintig jaar voor mijn geboorte opgenomen. Ik kán er geen enkele  emotionele herinnering aan hebben, maar toch schiet ik iedere keer  bijna vol wanneer het kleine jongetje in beeld komt.

All the president’s men: het meesterwerk van Pakula over het meest  beruchte  staaltje onderzoeksjournalistiek  ooit  heeft geen verdere uitleg nodig.

Stephen Fry: in het vorige bericht heb ik het al over QI gehad. Dit fragment komt uit een documentaire van en over presentator Stephen Fry, die al sinds zijn jeugd lijdt aan een manisch-depressieve stoornis. In ‘The Secret Life of  the Manic Depressive’ praat Fry erg openhartig over zijn ziekte en gaat hij op zoek naar dokters en lotgenoten die hem kunnen helpen om zichzelf beter te begrijpen. Prachtig is het moment waarop Fry vastberaden zijn  dubbelleven verkiest boven een levenslange medicatiekuur.

Marx Brothers: een  fantastisch moment in de filmgeschiedenis is de  geboorte van de screwball comedy. Momenten als deze, waarop Groucho Marx zijn tegenstanders minutenlang helemaal suf lult, zijn legendarisch.

Dog Day Afternoon zou een goede keuzefilm zijn. Gewoon, omdat die nog nooit op televisie is uitgezonden. Bel me, Joris!

1 Comment Zomergast Yezerskiy

  1. Geert S. Simonis

    Mani-depri, nou nou nou. Ik vond al dat Stephen een tikkeltje overdreef in zijn reactie toen Blackadder zijn favo duifje afschoot.
    Vinnie Poech is wel schattig. Plus hij is tenminste vestimentair consequent. De Disneyloser draagt geen broek. Als ik dat doe, word ik gearresteerd, vraag maar aan Jelle. Samenvattend: wel trui, geen broek en constant suggestief zitten dabben in de honingpot tussen de benen. Nudge nudge, wink wink, say no more.
    Qua Marx Brothers wil ik daar graag aan toe voegen dat ik normaal gezien geen blogs lees van losers die te weinig updaten. Maar dat ik voor u een uitzondering zal maken. Nonkel Groucho zou het waarschijnlijk eloquenter formuleren.
    Attica!

Comments are closed.