The film where a man walks in from the rain and asks…

Een titel met een knoert van een grammaticale fout erin? S to da F to da Yizzle heeft waarschijnlijk geen goede week gehad. Dat klopt, lieve leesbuiskindertjes, maar hij is in ieder geval weer mobiel. Vanaf morgen is mijn vakantie voorbij en leg ik een mate van zelfdiscipline aan de dag die nog het best te vergelijken valt met in de zaal blijven zitten tijdens een optreden van The Kooks.

Lichtpuntje de afgelopen dagen was een kado van M.P. (onthou die naam!), toekomstig winnares van een Pop Poll medaille in de categorieën “meest bekwame radiofiguur” en “vrouw van het jaar”. Dankzij haar luister ik iedere avond voor het slapengaan naar een stukje Hitchhiker’s Guide to the Galaxy, voorgelezen door Douglas Adams‘ dikke vriend Stephen Fry.

“Bit nerdy, innit?”, hoor ik u zeggen, maar dat mag wel eens: ik draag geen bandshirts meer, ik zing het Spiderpig lied niet hardop en ik heb geen Warcraft meer gespeeld sinds 1996. Ik heb ook recht op een uitspatting zo nu en dan.

Na het werken, bijvoorbeeld: suggestion du chef op Deel Twee is vandaag The Front van Martin Ritt, uit 1976. Droge witte wijn erbij.

So what country do you want to go to?

Ik  zou geen vrijwillig schrijfwerk meer aannemen. Ik  zou neen leren zeggen.  Ik zou eerst alles afwerken dat nog in mijn pending-mapje ligt: een leuke bijverdienste, een  te gek  hobbyproject, wat simpel naleeswerk.

We weten allemaal hoe  het met goede voornemens  afloopt: vorige week kreeg ik een mail van een oude kennis die zijn filmsite wil uitbreiden,  en  vanaf vandaag zal ik iedere zondag een bijna vergeten klassieker onder het stof vandaan halen en bespreken.

Ik ben weinig consequent, maar het is fijn een hobby te hebben zodat ik niet moet beginnen  fitnessen.  De eerste  recensie  in het rijtje, Dog Day Afternoon, staat al online.

I, a machine, am showing you a world

Ik leef het materiaal bij elkaar voor mijn volgende boek, “de week waarin meneer Yezerskiy zijn bed niet zag”. Alsof het nog niet moeilijk genoeg is om verschillende sollicitaties te combineren met een interimjobje op de luchthaven, heb ik ook me ook opgegeven om het internationaal documentairefestival Docville te verslaan voor Cutting Edge. Cutting Edge is een mooie website vol kwalitatief hoogstaande artikels over cultuur en media, maar heeft er vooral voor gezorgd dat ik een groot aantal voorstellingen gratis mocht bijwonen. Gezien mijn obsessie met non-fictie, zou ik wel gek zijn om dit aanbod af te slaan.

Mijn voorbeschouwing en recensies kan je hier lezen. (Update: kijk bij de comments van dit bericht.)

Zelf ben ik niet altijd even tevreden over de literaire kwaliteit van deze tekstjes, maar zoals ik al zei: er was niet meteen tijd op overschot. Ik schrijf behoorlijk snel, maar hérschrijf verschrikkelijk traag, zodat het soms een hele tijd duurt voor ik mezelf tevreden kan stellen.

Ach, het belangrijkste blijft dat ik me fantastisch heb geamuseerd. Morgen bezoek ik nog de slotavond in het gezelschap van filmkenner Rötelbaum en daarna wacht me eindelijk weer het zwarte gat.

(Oh ja: u hoeft niet te googlen, het citaat hierboven komt van Dziga Vertov.)

Op weg naar Woodward

Vandaag: solliciteren bij Het Nieuwsblad. Een kans om redacteur te worden laat ik niet zomaar schieten, dus stuurde ik mijn kat naar de schriftelijke proef van Wifebeaters on Wheels en haastte me naar Groot-Bijgaarden. Daar een lang niet onaardige test afgelegd, maar er waren nogal veel gegadigden voor dat ene plaatsje. Waarschijnlijk kan ik het dus wel schudden, maar dat zijn zorgen voor later.

In afwachting ben ik eindredacteur geworden bij Cutting Edge. Dat is een mooie website vol kwalitatief hoogstaande artikels over cultuur en media, zoals ik zal verkondigen aan iedereen die me vraagt waar ik tegenwoordig zoal mee bezig ben.

Het is nog geen Hofland of Woodward, maar we komen er wel.