We doen alles uit ons hoofd

Tja, waarover kan je het zoal hebben in een week als deze? Vier onderwerpen heb ik weggegooid, het ene nog ondraaglijker licht dan het andere. Dan maar een  oud stukje herwerkt, ook al had ik mezelf voorgenomen om dat nooit te doen. Laat dit een uitzondering zijn. Omdat het mijn week niet is, omdat ik niet heb kunnen slapen. Omdat er toch niemand dat gelezen heeft, toen.

Uitlachtelevisie.

Laatst was er nog zo’n reportage. Een man had vijf jaar lang in zijn tuin gebouwd aan de prachtigste boot die je ooit hebt gezien. Tweeduizend werkuren voor het schilderen alleen. Zijn plan was om met die boot de wereld rond te varen, alleen had hij tijdens het bouwen een vrouw leren kennen. Een vrouw die niet van de zee houdt en dus op het dek foto’s liep te maken om de boot op het internet te koop te zetten. “Het is niet anders”, zei de man. Hij had de blik van iemand die niet graag keuzes maakt.

You rise and fall like Wall Street stock

Gisteren ben ik voor het eerst in tien jaar naar een echte kapper geweest. Dat zit zo: vroeger had ik dreadlocks, daarna werd ik punkrocker en nog later was ik gewoon te lui en te bang voor onbekend terrein.

Een verontrustend gespierde man waste mijn haar en ik herinnerde mij hoe mijn mama dat vroeger deed. Het kostte mij moeite om niet te glimlachen en niet in slaap te vallen.

Soit, de column van vandaag gaat over meningen. Mijn motivatiecoach kondigde gisteren al aan dat de wereld aan meningen ten onder zal gaan. Zijn citaten worden wel vaker uit hun context gesleurd.

Vrijheid van zwijgen.

Lees dit nu maar, zodat ik weer naar mijn fictie kan en jullie naar iets leuks.

John Cusack career advisor

Ik ben geen zonnestraaltje wanneer ik over mijn werk praat, dat weet iedereen die mijn twitterpagina volgt. De laatste weken slaat de depressie echter al toe zodra ik van de trein stap. De column daarover is sentimenteel, moralistisch, naïef en ruikt naar hippie, maar nu kan ik weer een maand verder.

Schaamte om acht cent.

Met Kerst heb ik een verhaal geschreven over een jongen die naar zijn werk gaat en daarna weer naar huis. Onderweg ziet hij steeds meer daklozen liggen, tot die de hele stad vullen en het onmogelijk wordt om ze nog langer te negeren. Uiteindelijk gaat hij met een dekentje en bier uit de nachtwinkel ook op straat slapen. Omdat ik niet meer zeker wist of ik dat allemaal wel zelf had verzonnen, heb ik het verhaal maar weggegooid.

Kiss you better

Vorige week was ik de nonsensberichten in mijn krant zo beu dat ik de actie ‘Facebookgroepen zijn géén nieuws’ ben gestart. Een succes is dat niet geworden, maar ik heb me toch een hele middag prima geamuseerd.

Gisteren was ik de nonsensberichten op mijn televisie zo beu dat ik een column heb geschreven. Het lijkt alsof hij over Linda De Win gaat, maar eigenlijk is het mediakritiek. Zoals je medicijnen voor je kleuter ook eerst door de appelmoes mengt.

Lieve Linda De Win.

Stukjes met een mening zijn niet mijn forte. Dat is geen schande, maar ik moet dat durven toegeven. Dit is dan ook de laatste keer. Volgens Maartje wordt het tijd dat ik eens iets ontieglijk moois schrijf over de liefde. Ik overweeg dat. Volgens Thomas moet mijn volgende stuk over choco gaan. Benieuwd wie het zal halen.

Terwijl ze zong over vrij zijn, ooit.

Schrijf maar eens een kerstboodschap, stelden ze voor. Alsof ik de juiste persoon ben om woorden van hoop te spreken terwijl de wereld in brand staat. Hoe de koning het voor elkaar krijgt, is mij een raadsel. Misschien leest de koning geen kranten. Misschien luistert de koning elke dag naar Siska Schoeters.

Doembeelden.

Ik heb mij een beetje laten gaan en dat spijt me. Om het goed te maken wordt dit mijn laatste column vóór Driekoningen. Dat betekent niet dat ik het de komende weken gezellig maak, wel dat ik al mijn tijd in iets groters zal stoppen. Daarover later meer. Ik zal u niet teleurstellen, behalve door u niet graag genoeg te zien.

Voorlopig blijf ik nog jouw zanger

Gisteren is Ramses Shaffy gestorven. In gedachten zat ik weer op mijn bed in de Parkstraat naar Paul De Leeuw te kijken, met het lieve kleine meisje naast me.   Ramses bracht samen met Liesbeth List en Alderliefste die nieuwe versie van Laat me. Hij zong vals maar met overgave, en tijdens de strofen in het Frans zocht hij ongerust de hand van Liesbeth, die zijn enige herkenningspunt was in de chaos van de televisiestudio. De liefde tussen die twee en de overslaande stem zijn mij nog jaren bijgebleven. Of het meisje zich dat nog herinnert, weet ik niet.

Heel even heb ik overwogen om het cursiefje waaraan ik bezig was weg te gooien en iets nieuws te schrijven over die avond, maar omdat de site al vol Ramses Shaffy stond heb ik dat uiteindelijk toch maar niet gedaan.

Een eenvoudige, titelloze observatie dan maar.

Share some greased tea with me

Zondag is de ergste dag van de week. Op zondag valt er niet veel méér te doen dan stukjes schrijven over hoe overbodig een zondag wel kan zijn.

Zoals: Zinloze zondagen.

Een stukje dat ik evengoed op deze blog had kunnen zetten, omdat het bol staat van de verveling  en er helemaal niets in gebeurt.  Ik heb nu eenmaal niet over alles een mening klaar, ik wil niet de stem van mijn generatie zijn. Ik ben maar gewoon iemand die niet weet wat hij moet doen.