I’ve been downhearted, baby. Ever since the day we met.

Eigenwijze besprekingen van concerten in Het Depot vallen normaal gezien onder de bevoegdheid van Onderhond, maar omdat meneer vrijdag betere dingen te doen had, neem ik het wel even van hem over. In de aftermath van wat in deze contreien zo mooi Vallentijn wordt genoemd, kwam Tim Vanhamel – Limburger, gitaargod, maar vooral kleine meisjesmagneet – zijn nieuwe cd Welcome to the blue house voorstellen.

Net als meisjes denken ook popsterren dat we meer van hen gaan houden als ze ons wat laten wachten. Om dat wachten wat draaglijk te maken, had Timmle Van Himmle zijn oude vriend Aldo Struyf meegebracht, die met Creature With The Atom Brain de boel op gang mocht trekken. Yours truly had daar geen enkel probleem mee, en was zelfs behoorlijk onder de indruk van het laatste kwartiertje. Jammer genoeg hadden Aldo & Friends een lichtshow meegebracht die een korte benefiet op het epilepsiecentrum al gauw in een foam party zou veranderen. Ach, muziek is een medium dat je ook met de ogen dicht wel kan appreciëren.

Eerste hoofdact Dear Leader, zeg maar Sheila Divine 2.0, had gelukkig minder geflikker en een mandje vol indrukwekkende songs die me bijna lieten vergeten dat het niet híºn picknick was waarvoor ik me had ingeschreven. Bí­jna, want de eerste drie nummers van Vanhamel sur l’herbe – als ik me eenmaal in een metafoor vastbijt, laat ik niet meer los – waren zowat het sterkste dat ik in deze zaal al heb mogen aanhoren. De voormalige Superstar ziet er niet alleen uit als Lou Reed in de jaren zeventig, maar speelt ook met dezelfde attitude. Jammer genoeg stond het volume nog op de Millionairestand, zodat de songs in de tweede helft van de set wat verloren gingen in de geluidsmuur. “Dit is ons eerste optreden en we doen hard ons best, maar we gaan nog groeien”, zei Vanhamel nog. Daar twijfel ik niet aan, en ik kan nauwelijks wachten om dat zelf nog eens te gaan controleren.

Het meest valt er in Het Depot echter te beleven na de optredens, wanneer het gros van het publiek al op de nachtbus zit en de dronken televisiekoks over de dansvloer zwalpen. Maar daar moet Geert de volgende keer maar iets over schrijven.

In the midst of life we are in death, etc.

Wat ik het liefst doe op een onbeschreven zondag als deze, is in de auto  stappen en een paar uur rondrijden met The Smiths loeihard in de cd-speler. Jammer genoeg  hebben de  ecofascisten  weet gekregen van mijn hobby en raak ik zonder verdomd goede reden niet meer voorbij de stakingspost van ijsbeervrienden  aan mijn garagepoort.  Ik heb hen dan maar beloofd dat ik tussen Louder than bombs en Hatful of hollow door toch  even  zou stoppen  bij de openingsreceptie van de Gonzo Archives live show 2008.

Maar alle charmante, intelligente en broodnodige maatschappijkritiek even terzijde: ik ben al jaren een enorme fan van de Archieven.  De tentoonstelling die  ook u ja u kan  bezoeken  wordt gehouden in de verrassend mooie ruimte boven een  doordeweekse art supplies store in Zonhoven. De gedichten van doctor Gonzo dienen er als afwisseling dan wel aanvulling op  de schilderijen van Noëlla Troonbeeckx, en dat werkt:  je kan moeilijk zeggen  dat een van de twee de andere naar de achtergrond verdringt.

Gonzo heeft zijn beste werk de meest centrale plaats gegeven, en dat is een prestatie op zich. Uit mijn beperkte ervaring weet ik dat je sterkste teksten niet altijd diegene zijn waaraan je ook het meest bent gehecht. Wie heel goed oplet, kan  tussen de tekeningen  trouwens  nog een  paar woorden  van  yours truly  ontdekken. Voor alle duidelijkheid: dat vind ik een eer, geen verdienste.

soren7.jpg

Ik ben nog niet zo lang bezig als opiniemaker, dus verwacht ik ook niet dat iedereen nu  speciaal naar Zonhoven afzakt om  deze tentoonstelling te bezoeken. Maar wie de volgende weken  in de buurt rondhangt, moet er maar eens een uurtje stoppen. De show loopt nog tot 27 januari, iedere dag tussen 9.30 en 17 uur. Vanaf 13.30 uur op zondagen als deze.

Drie-zinnen reviews

Cry yourself to sleepBoek: Cry Yourself to Sleep, Jeremy Tinder. Een stripnovelle die toont hoe drie heel uiteenlopende personages proberen om te gaan met de ontgoochelingen die het leven hen voorschotelt. Enorm grappig, veel minder dramatisch dan de vorige zin laat uitschijnen en het boekje past perfect in een binnenzak. Voor de zeven euro vijftig bij Proxis hoef je het alvast niet te laten.

 

QITelevisie: QI, alle seizoenen. Quite Interesting is waarschijnlijk de beste kwis die er ooit op de televisie is verschenen. Spelleider Stephen Fry strooit zesentwintig seizoenen lang  de meest nutteloze informatie in het rond (“de kleur van het universum is beige”), maar ontkracht ook heel wat wijdverbreide misverstanden (“Eskimo’s hebben maar viér woorden voor sneeuw”). Let bij de panelleden vooral op pispaal van dienst Alan Davies.

TestbeeldWebsite: Testbeeld, tv-toren Goes. Ik wentel mezelf zo graag in nostalgie dat ik zelfs aan deze website een  half uur heb vergooid. In vier duidelijke hoofdstukken word je ingewijd in de geschiedenis van het testbeeld op de televisie en kom je eindelijk te weten waar al die kleurtjes eigenlijk voor dienden. Belspelletjes, infomercials en ochtendbeelden uit De Panne hebben het testbeeld al een tijdje van de Vlaamse televisie verdrongen, en dat vind ik oprecht jammer.

Every park bench screams your name

Vannacht ben ik niet gaan slapen. Ik heb (alweer per ongeluk) de Happysad-reeks van Jeroen herontdekt, en ben sindsdien niet meer gestopt met lezen.

Deze cartoons zijn vaak melig, maar vooral  pijnlijk herkenbaar (vroeger)  en vooral ontroerend mooi (nog steeds). En dan zeggen dat dat alles voortkomt uit een paar potloodlijntjes, een  weinig complex  verhaaltje en een paar flessen Jameson  (een beetje  zoals deze blog).

Klasse.

Zoals beloofd…

…vandaag gewoon weer iets over Beyoncé: op de site van Oli Clifford kan u een mash-up downloaden waarin mijn ebbenhouten fantasietje riffs van de Arctic Monkeys doodknuffelt. Al maandenlang een vaste waarde in de cd-speler van mijn auto.

En nog meer muzieknieuws: de professor en ik zijn vanmorgen vroeg op zoek gegaan naar dit fijne stukje prepuberale nostalgie. De clip zal ik waarschijnlijk nooit vergeten, maar ik was al drie jaar op zoek naar de titel en uitvoerder van het achtergronddeuntje. Bedankt, Rötelflöt!