Alles is veilig, zoiets.

Ik zeg het niet vaak genoeg, maar ik word omringd door allemaal lieve mensen. Lieve mensen die over de Joke Schauvliege challenge hebben gehoord en in mijn plaats de stukken uitkiezen waarnaar ik zeker moet gaan kijken. Het enige wat ik daarna zelf nog moet doen, is een dubbelrecensie schrijven over twee voorstellingen die meer met elkaar gemeen hebben dan je op het eerste gezicht zou denken.

Continue reading

De moraal is op, heden geen moraal

Op de Boekenbeurs van 2008 liep de 91-jarige Albert Tytgadt rond met een plan. Hij zag de lege stoel van Tom Naegels, vroeg of hij daar mocht gaan zitten en sprak de auteur naast zich aan met de woorden: “mijn leven, ge kunt daar een boek over schrijven”. Het is toeval, maar daar zat de man met de strafste verhalen van het land plots naast de strafste raconteur van het land.

Die laatste,  Louis Van Dievel (mijn mecenas, mijn etc.), liet meteen alles vallen om die verhalen op te schrijven. Toch heeft Albert Tytgadt de voorstelling van zijn boek niet meer meegemaakt. Het scheelde maar enkele maanden.

Continue reading

We doen alles uit ons hoofd

Tja, waarover kan je het zoal hebben in een week als deze? Vier onderwerpen heb ik weggegooid, het ene nog ondraaglijker licht dan het andere. Dan maar een  oud stukje herwerkt, ook al had ik mezelf voorgenomen om dat nooit te doen. Laat dit een uitzondering zijn. Omdat het mijn week niet is, omdat ik niet heb kunnen slapen. Omdat er toch niemand dat gelezen heeft, toen.

Uitlachtelevisie.

Laatst was er nog zo’n reportage. Een man had vijf jaar lang in zijn tuin gebouwd aan de prachtigste boot die je ooit hebt gezien. Tweeduizend werkuren voor het schilderen alleen. Zijn plan was om met die boot de wereld rond te varen, alleen had hij tijdens het bouwen een vrouw leren kennen. Een vrouw die niet van de zee houdt en dus op het dek foto’s liep te maken om de boot op het internet te koop te zetten. “Het is niet anders”, zei de man. Hij had de blik van iemand die niet graag keuzes maakt.

“Ik mag je graag zien”

Naar Noord-Limburg zonder cd’s in de auto: ik denk niet altijd na voor ik iets doe. Ik duwde zomaar wat op de knoppen van de radio en kwam per toeval op Klara terecht, bij het jazzprogramma Songbook. Een coup de foudre. De allermooiste liedjes werden aan elkaar gepraat door een presentator die afscheid nam met de woorden: “een goede avond, en tot genoegen”. Vanaf nu wil ik elke zaterdag ergens naartoe, om in de auto naar Songbook te kunnen luisteren.

Continue reading

My angel put the devil in me

Er is niets wat ik grappiger vind dan een gênante sociale situatie, zelfs niet wanneer ik daar zelf het middelpunt van ben. Daarom kon ik wel door de grond zakken van geluk toen de beloftevolle jonge dichter Geert Simonis mij gisteren in de Muntstraat zag zitten op een bedrijfsetentje, het restaurant binnenkwam, mij een hand gaf en het hele gezelschap nog een prettige avond wenste. De vier seconden stilte die hij achterliet waren kouder dan de avond zelf.

Hoe die avond verder verliep is niet helemaal tot mij doorgedrongen, maar aan het einde won ik een kwis, ergens in een kleine turnzaal met afgebladderde groene verf aan de muren. Ik ben niet zo nuttig in een kwisploeg, omdat ik snel afgeleid ben en alleen maar weet wat iemand anders ook weet – of niet het gezag heb om een fout antwoord te overrulen.

Maar in een team is iedereen even belangrijk, dus won ook ik een kwis. Buiten in de sneeuw werd ik achterna gelopen door het meisje dat op de trein in slaap viel na Adam Green. Omdat mijn hoofd kortsluit wanneer ik mensen tegenkom in een omgeving waar ik hen niet verwacht – voor dit meisje: overal behalve het theater of het stadspark – was ik te verrast om een normaal gesprek te voeren. Ik gaf haar dan maar de koekjes die ik net had gewonnen. De fles wijn hield ik zelf.

At sunset, we made love like sea otters

Twee jaar geleden schreef ik deze recensie over de avond waarop ik Adam Green herontdekte. Ik deed heel lyrisch over dat optreden, en nu ik daar achteraf aan terugdenk lijkt mij dat nog steeds niet overdreven. Ik herinner mij ook hoe ik nog net de laatste trein haalde, maar daarna te voet helemaal naar de andere kant van Kessel-Lo moest. Ik lag pas in bed toen ik alweer moest opstaan voor de eerste dag op mijn nieuwe job.

Continue reading