Chitty Chitty Bang Bang, our fine four fendered friend

Het is zoals de proloog in een film. De begintitels zijn net verdwenen, het hoofdpersonage komt in beeld en ergens onderaan verschijnt een plaats en een tijd.* Peer, december 2004. Theo Maassen houdt een try-out voor wat later de show Tegen beter weten in zal worden. Ik ben bij mijn beste vrienden, ik heb een geweldige avond. Achteraf zal er nog whiskey volgen, en mooie meisjes en een wedstrijdje hardlopen rond de kerk van Neerpelt.

Continue reading

Kijk niet zo blij, lief. Dat is irritant.

Some unholy war terwijl de trein het station binnenrijdt en het buiten al belachelijk vroeg begint te schemeren: maar goed dat ik niet écht labiel ben, want een donderdagavond beginnen met zoveel clichés, dat is om ellendig van te worden. Misschien moet ik opnieuw gaan roken, daar word ik wel rustiger van. Geen crack ofzo hoor, gewoon sigaretten. Of crack.

De professor had gelijk:  Nemen wij nu samen afscheid van de liefde is een mooi boek. Een goéd boek zelfs, en daar ben ik blij om, want er gaat niets boven een goed debuut. Ik schat dat die hele populaire cultuur al tachtig keer meer sterke debuten heeft voortgebracht dan sterke opvolgers.

Continue reading

The streets are crammed with things eager to be held

Een tijdje geleden waaide er weer een gratis tijdschrift binnen. Dat gebeurt hier wel vaker. Meestal zijn dat mannenbladen, dan halen we de lingeriekalender eruit en die hangen we tegen de muur, onder de foto van het kindeke Jezus. Het tijdschrift van deze week deed zich ook voor als een mannenblad, maar stond stiekem vol met slechte artikels en tips om onze vrouwen te behagen. Goed geprobeerd, maar niet met ons, Feelingwijven!

In dat boekje met verdoken propaganda stond ook een interview met Jeremy Hackett, de Londense keizer van het maatpak. Het kostuum, aldus Hackett,  is tegenwoordig weer razend populair bij jonge mannen. Dat komt omdat zij “zijn opgegroeid met vaders in jeans. (…) Ze willen hun ouders niet imiteren, dus grijpen ze terug naar de look van hun grootouders”.

Misschien is het wel daarom dat ik al een tijdje niet meer buitenkom zonder das. Misschien is het een fase. Misschien ben ik mezelf aan het heruitvinden om uit mijn quarter-life crisis te geraken. In ieder geval heb ik altijd gezegd dat ik met mijn eerste loon een overdreven duur maatpak zou kopen, en afgelopen weekend heb ik die belofte met een beetje vertraging waargemaakt. Zaterdag mag ik het afhalen.  I don’t think you can handle this.

Dit is mijn honderdste post, laat het  controlecentrum  weten. Ik vind dat veel, voor een uit de hand gelopen  grapje  ten koste van mijn  huisgenoot. Wat mij nog veel meer verbaast, is de omgekeerde Fortisbeweging die de  bezoekcijfers  hebben genomen  tijdens deze periode. Op een handjevol  usual suspects  na heb ik geen flauw idee wie al die mensen zijn, laat staan wat ze in godsnaam aan deze stukjes vinden, maar ik kan niet zeggen dat het mij koud laat. Bedankt dus, wie jullie ook mogen zijn.

I’ve got pictures to prove I was there

Dus wij staan daar op een volledig verlaten stationsplein met een rugzak vol pudding te wachten op het vriendinnetje van de professor, dat heel dringend een sleutel moet komen ophalen en daarbij een lift krijgt van een Turkse VTM-nieuwslezer omdat haar voeten bloeden door haar nieuwe schoenen. Als ik het verzonnen had, zou ik het zelf een beetje overdreven vinden.

Goed. Wij daarna met die rugzak vol pudding naar het stadspark voor de langverwachte terugkeer van Pudding in het Park. Een festival voor acht, goedkoper dan Rock Werchter, met meer goede optredens (The Cure a capella en mezelf als Super Grover) en vooral veel meer pudding. Foto’s op Facebook voor de aficionados. Volgend jaar opnieuw!

What ever happened to Gary Cooper?

Een huis delen komt er in de praktijk vooral op neer dat iemand al je dvd’s  steelt  en er dan in je eigen zetel, op je  eigen  televisie naar gaat zitten kijken. Gelukkig heb ik alleen maar mooie  films en ben ik heel  blij met de  Sopranos marathon van professor hemd-met-korte-mouwtjes.

Alleen is er, dankzij diezelfde Sopranos,  nu weer dat nummer van Otis Redding. De soundtrack bij  alle dingen die ik niet doe.

My lover’s prayer.

The only thing worth loving is an actress

Na twee opeenvolgende podiumplaatsen in een corporate filmkwis voor studenten wilde Onderhond dit jaar koste wat kost zijn eer verdedigen. Omdat hij hiervoor twee teamleden te kort kwam, liet hij in allerijl mezelf en de professor opdraven. Little did he know dat hij daarmee zijn eigen doodsvonnis tekende: wij werkmensen deden een dutje, gooiden met popcorn en mompelden tussendoor iets over documentaires en Italiaans neorealisme. Team is murder viel met een zesde plaats zwaar buiten de prijzen, al is de eindstand op zijn minst dubieus te noemen.

Continue reading

De kip met de gouden enkels

Twee jaar geleden nam de professor me mee naar de Leuvense Minnepoort. Theaterhervormingsgroep Droog Brood kwam daar Omwille van de smeer spelen, en dat “kon wel eens grappig worden”. Niet dat ik mijn huisgenoot een teveel aan nuance wil verwijten, maar ik heb die avond gelachen tot ik er bijna het bewustzijn bij verloor – een gevoel dat ik pas weer mocht ervaren toen dj Regi afgelopen najaar in De Laatste Show zijn liefde voor Billy Joel bekendmaakte. En toch waren de lachsalvo’s maar bijzaak: Omwille van de smeer blijft me vooral bij als een stuk vol dieptragische personages, niet in staat om hun gevoelens op een normale manier aan elkaar over te brengen.

Continue reading