Left a view to admire

Ik heb nooit iets van je gevraagd, behalve dat je niet weg zou gaan.

Dat deed je toch, en veel abrupter dan ik ooit zelfs maar had durven te vrezen. Ik was het gewend om relaties te bouwen als zandkastelen, die na verloop van tijd begonnen weg te waaien in de wind, langzaamaan hun vorm verloren en uiteindelijk helemaal verdwenen. Er valt wat voor te zeggen dat jij net dát niet wilde zien gebeuren, maar zelfs dan zijn kruimels in het bed gemakkelijker te verdragen dan de hele koek uit je handen gerukt te zien.

Continue reading

Wat een beroerde dingen droom ik

Het is zaterdagochtend 22 december. Terwijl ik zoals ieder jaar aan het eerste hoofdstuk van De Avonden begin, kunnen jullie hier een paar minuten tijd vergooien aan die andere hardnekkige traditie:

  • Boek:  het jaar begon met  Het schuwste dier  en eindigde met  De verjaardagen  en vooral dat laatste wil ik het liefst voor altijd blijven knuffelen. Tussendoor waren er  De laatste caracara  en  Massa en zullen er altijd columns van Charlie Brooker zijn.
  • Cd: Jack White  heeft mij omvergeblazen zoals hij dat op mijn twintigste kon. Verder was ik erg blij met de debuten van Douglas Firs en Liesa Van der Aa  en met het  nieuwe werk van Ben Folds Five en The xx  –  al durf ik dat dankzij Flavorwire niet meer toe te geven.
  • Film:  voortdurend een krop in de keel bij Amour, tranen bij Jagten. Een trapje lager staan dan de Woody Allen documentaire en Moonrise Kingdom.
  • Theater: Braakland/ZheBilding heeft een nieuwe speeltuin in mijn stad en ik ben blij dat ik daar Lev mocht zien. Daarbuiten was het opnieuw een mager jaar.
  • Concert: ik geloof nog steeds niet helemaal dat ik  The Lemonheads heb gezien. Ook onvergetelijk was het Motownmomentje tijdens de cd-voorstelling van Douglas Firs.
  • Tentoonstelling: Damien Hirst in Tate Modern. Met stip.
  • Televisie:  aan vierenzestigvoudige snelheid doorgespoelde reclameblokken. Gewoon omdat het nog kon, dit jaar.
  • Werk: ik schreef mijn allerlaatste columns ooit en keerde even terug op de radio. Ik maakte tekeningetjes in een galerij en op de Boekenbeurs. Ik hing mijn eigen stad vol astronauten en ging in een andere stad uitleggen hoe het nu zit met dat boek. Ik heb niet langer het gevoel dat iets moét, en dat is een luxe.
  • Persoonlijk: mensen naar wie ik opkeek gingen dood. Andere mensen gingen weg of ik bij hen. Wel lijkt het alsof alles nu even rustig wordt. God, laat het rustig worden.

Midnight Love Tour

I.

Het boekenprogramma werd ingeleid door een meisje dat een klassiek stuk speelde op de harp. Ik luisterde, zonder ook maar één keer mijn ogen van haar af te halen. Even leek de harp mij het allermoeilijkste instrument ter wereld, tot ik bedacht dat voor alle instrumenten hetzelfde geldt: muziek is alleen maar de vorm waarin je je handen zet. Al de rest is oefening. Tijdens het applaus vroeg ik me af waar eenzelfde basis zou liggen bij schrijven.  Ik herinnerde mij een reportage die ik enkele weken geleden heb gezien op de televisie, over ik weet niet meer welke auteur of columnist, die plaatsnam voor zijn computer en tegen de interviewer zei: “ik kan maar met één vinger typen, maar wel heel snel.” Ik wist niet meer of het een man was naar wie ik opkeek. Wel dacht ik: het zou veel gemakkelijker zijn om te doen wat ik doe, of ermee op te houden, als het een vaardigheid was die in de handen lag, in plaats van in het hoofd of in het hart.

Continue reading

Kopland

Niets bleef over van het oude
buiten, van tuinen, van gras
waar ooit iets gebeurd moet zijn.

Wil het ooit weer iets worden
dan zal ik het zo moeten opschrijven
dat ik niet meer hoef
te zoeken, maar kan huilen.

Every girl is the end of the world for me

Er bestaan leukere dingen dan tussen het werk en twee uren van geforceerde ontspanning door nog naar Aarschot te moeten, dus troostte ik mijzelf door op de bus Every girl is the end of the world for me van Jeffrey Brown te lezen. Een in elk opzicht briljant boekje, ware het niet dat Brown in de credits, dus nog vóór de eerste pagina, al schrijft dat de titel een leugen is. “Fok jij dan maar op met je stripje”, dacht ik bij mezelf, maar las toch knarsetandend verder.

Continue reading

Voorjaarsgedicht

Deze lente gaat het toch weer
over jou hoewel ik er langzaamaan
wel moe van ben

moe van regen, wind, flarden
bedrieglijk blauw in de lucht,
vage beloften van het einde
van de kou.

Ik weet wel dat ik toch weer
van je hou, maar moeizaam soms,
met dat doelloze

van vogels die er van lijken
te houden in regen en wind
te blijven rondhangen
boven het land.

Meer uit liefde voor  traditie  dan uit liefde voor poëzie. Ik hou wél van Kopland.

I’ve built my dreams around you

Het spijt me, het spijt me zo, maar de irritatie die mijn eindejaarslijstjes bij jullie opwekken is veel kleiner dan de paniek die ik zou voelen door te breken met een jarenlange traditie. Dit was bijgevolg 2011:

  • Boek: Freedom  was te vervelend en het boek van Jon Richardson te herkenbaar. Het zusje van de bruid was net vervelend genoeg en het boek van Rob Waumans net herkenbaar genoeg.
    Update: het is 31 december, elf uur ’s ochtends en ik heb net in één ruk door Onder vrienden van Paul Baeten Gronda uitgelezen. Het bleek het enige boek dat ik hier, nu, op mijn bijna-dertigste absoluut moést lezen – een perfecte spiegel van mijn eigen gedachten. Op de valreep, maar absoluut top.
  • Cd: The  Vaccines maakten de lente, maar werden gemakkelijk aan de kant geschoven voor Roosbeef en Spinvis. Dit jaar pas heb ik voor het eerst For Emma, forever ago gehoord. Dit jaar pas heb ik voor het eerst The National gehoord. Ook mijn ontdekkingen spaar ik op voor crisistijden.
  • Film: Submarine eindigt op eenzame hoogte. In Vlaanderen hebben veel te weinig mensen Noordzee, Texas gezien – zonder twijfel de film die mij dit jaar het meest heeft verrast.
  • Theater: het gat dat de Joke Schauvliege Challenge heeft achtergelaten, is nooit gevuld geraakt. In 2011 heb ik werkelijk niets gezien dat een plaats in deze lijst verdient.
  • Concert: brons voor  Roosbeef op een veel te koude avond in Gent, het zilver gaat naar de eenmansstunt van Elvis Costello in de Elizabethzaal. Beirut eindigt nog een plaats hoger dan in 2010. Als dit zo doorgaat, moet ik tegen volgend jaar voor Zach Condon een nieuwe kleur medaille verzinnen.
  • Televisie:  het was een goed jaar voor de Britse commerciële televisie, dankzij  10 o’ clock live en de  Black Mirror-reeks.
  • Werk:  het lijkt alsof alles perfect is gegaan, met een relletje, een nieuwe opdrachtgever, voorstellen die blijven binnenkomen en zelfs een nominatie voor een grotemensentaalprijs. Waarom lijkt het dan nog steeds alsof ik zomaar wat doe?
  • Persoonlijk: het was het jaar van besluiteloosheid en voor alles bang. Het was een jaar van alles kwijt. En toch heb ik me af en toe uitstekend geamuseerd. Toen ik pas met het internet begon, bestonden er van die ellendige vragenlijsten die je moest invullen en doorsturen naar je vrienden. Eén vraag daarin luidde altijd: “wie is de leukste persoon die je dit jaar hebt leren kennen?” Begin maar te kiezen, met zo veel  lieve  nieuwe mensen.