Je eigen Mata Hari

I.

Een jonge man met een zwarte hoodie stuitert door de gangen van de trein. In de ruimte tussen de coupés trapt hij de wc in elkaar, trekt aan de noodvergrendeling van de deur en begint luid naar buiten te schreeuwen, tegen het gedaver van metaal op metaal op. Daarna verdwijnt hij, om in de volgende wagon hetzelfde te gaan doen. Het enige wat ik kan denken is: “ik hoop dat hij zichzelf niet naar buiten gooit, anders staan we hier weer een uur stil.” Reizen met de trein maakt een slechter mens van mij.

II.

Ik zit met Ken op een terras en een meisje verkleed als Minnie Mouse komt snoep verkopen voor haar vrijgezellenavond. Ik zeg haar dat ze het niet mag doen, dat ze een vergissing begaat, dat ik de hele zak zal kopen als ze nu met mij wegloopt en dat wij dan trouwen. Ze wijst mij af, maar belooft wel dat ze zal terugkomen als ze zich straks bedenkt. Een kwartier later zien we het muismeisje opnieuw. Ze draait zoekend rondjes over het plein en loopt tenslotte de andere richting uit. “Ze is vast vergeten waar we zitten”, zeg ik tegen Ken. Hij knikt.

Don’t talk to me about life

Dinsdag was Towel Day en ik heb dat niet zo uitvoerig gevierd als andere jaren. In de plaats daarvan heb ik dit stukje geschreven. Het is mijn laatste VRT-bijdrage tot september en omdat ik vergeten ben te vragen of ik daarna nog mag terugkomen, heb ik ervan geprofiteerd om snel afscheid te nemen. En jullie te bedanken, want wat zaten er toch schone weken tussen.

Handdoek.

Gooi gerust jullie appreciatie of frustraties in het reactieveld, je weet maar nooit of dat een rol speelt voor later.

Vanaf wanneer zijt gij van mij?

Toen ik vanmiddag twee koppen koffie op tafel probeerde te zetten, goot ik een daarvan bijna volledig uit over mijn linkerhand. Pas vier uur later werd de pijn draaglijk en moest ik niet meer voortdurend naar de kraan lopen om af te koelen. Ondertussen lijkt alles in orde, maar de huid van mijn wijsvinger is  rood en zo doorzichtig dat je eronder de aders kan zien liggen.

Vroeger gebruikte ik mijn kapotte handen als metafoor voor iets groters, maar daarmee ben ik opgehouden. Met schrijven over vroeger ook, trouwens.

Professor huisgenoot is dit weekend naar Londen geweest – hij wel. In plaats van mij daarmee uit te lachen, heeft hij seizoen drie van Gavin & Stacey voor mij meegebracht. Wij roepen hier wel vaak “ik maak u kapot!” naar elkaar, maar in feite zien wij elkaar graag.

Nu ga ik dus maar wat tv kijken vanuit mijn ziekenbed. Ik kan toch niet meer schrijven. Die vinger, he. Auw. Auw.

Heerschappij over elke vrouw ter wereld

Alles verandert en alles wordt nieuw. Het werd vrijdag in de week die er nooit had mogen zijn. In mijn enthousiasme tijdens het koken brak ik het kleinste van de twee kristallen glazen waarvoor Fiona Margaret  en ik een heel semester lang Delhaizepunten hadden gespaard. Het is een wonder dat die glazen nooit zijn gesneuveld in een verhuizing. Maar ik wil niet afdwalen naar vroeger: ik liet de afwas staan en vertrok naar de derde van Vier Vrijdagen van Braakland/ ZheBilding.

Continue reading

England is mine and it owes me a living

Nu ongeveer had ik onder de bomen gezeten op Tavistock Square, na een koffie in dat verborgen shoppingcenter waarvan alleen wij weten waar het ligt. Daarna zou ik naar Tate Modern wandelen en naar het huis waar Oscar Wilde heeft gewoond, omdat dat zo ver uit de richting ligt en ik vandaag niemand bij me had om daarover te klagen. Ik wilde avondeten in Soho en wijn drinken op het terras van de Australiërs en nog veel liever dan dat wilde ik seizoen drie van Gavin & Stacey meebrengen, om in bed naar te kijken en ontroerd te glimlachen bij elke fucking scène.

Maar toen was er een buschauffeur die mij mijn trein deed missen en een volgende trein die twintig minuten lang bleef stilstaan op het spoor. Nu ben ik geld kwijt dat ik al niet echt had en mijn eerste vakantie van het jaar en ik weet niet wanneer ik ooit nog tijd zal hebben om terug te gaan.

De conducteur op de ook al een half uur vertraagde trein terug naar Leuven twijfelde even, maar stempelde dan toch maar mijn waardeloze Eurostarticket af zonder iets te zeggen. Slim van hem. Agressie op de trein schijnt nogal een probleem te zijn.

Ik ben je beugekust

“Fok, gij zijt mager!”, riep ze toen ze de deur opendeed. Het was de eerste keer dat we elkaar zagen: zij is een van die surrogaatcollega’s op twitter die het minder erg doen lijken dat ik altijd helemaal alleen op mijn kamer zit te werken. Haar dochter had net een breinaald in de televisie gestoken en zo het toestel en bijna ook zichzelf opgeblazen, dus leek het mij heel altruïstisch om haar de kleine tv te lenen die hier al maandenlang in de weg staat op de slaapkamervloer.

Continue reading

Her day was mine

Het is nog geen jaar geleden dat ik mijzelf heb aangemeld als vrijwillig bijzitter. Vandaag is al mijn idealisme verdwenen en hoe ik mij nu voel, verwoordt  Herman het best – al zal ik op 13 juni nog wel snel een bolletje links gaan kleuren. Voor de rest kan deze nieuwsmaand niet snel genoeg voorbij zijn en is het enkel pro forma dat ik hier mijn protestgewauwel aankondig:

Vluchten in vinyl.

Is het jullie ook opgevallen dat de uitdrukking “tot hier en niet verder” tegenwoordig zo vaak gebruikt wordt in een campagne? Dat vind ik vreemd. Bedoelt zo’n Verdonk bijvoorbeeld niet juist: “we moeten terug, terug, terug”?