Some people can smell danger. Not me.

Vanmiddag had een journalist op de radio het over Orson Welles, om het zomerprogramma van het filmarchief te promoten. Ik luisterde maar met een half oor, want ik kreeg vroeger les van Willem Hesling en wie Willem Hesling ooit over Citizen Kane heeft horen praten, kan dat van niemand anders meer verdragen.

Orson Welles was vijfentwintig toen hij Citizen Kane maakte, maar heeft in zijn verdere carrière niets meer afgeleverd dat het succes van zijn debuut kon evenaren. Welles had zoveel ideeën dat hij vaak met drie projecten tegelijk bezig was, in film, in theater, op de radio, en kwam tegen het einde altijd in acute tijd- en geldnood.

In zekere zin leed Orson Welles aan voltooiingsangst, vertelde de journalist. En plots bestond er een naam voor wat er met mij scheelt.

If I had a pony

Met vierendertig graden in de volle zon zat ik op een boot, in het gezelschap van een groep mongooltjes en hun begeleiders, bejaarden en Aziaten die van “V” deden met hun vingers elke keer ze elkaar fotografeerden. De grote doorbraak waarnaar ik zocht was na tien minuten al gekomen, maar daarna kon ik niet meer terug aan land. De laatste twee uur van mijn gijzeling bracht ik in de schaduw van het benedendek door. Ik dronk er de ene koffie na de andere en las de krant, waarin ik met balpen de taalfouten aanduidde.

“Jouw leven is raar”, verweet iemand mij nog niet zo lang geleden. Dat is zo, maar dat zoek ik zelf op en misschien moest ik daar maar eens mee ophouden.

(Ook al is het op deze site nog nooit zo rustig geweest als nu, deze week mocht ik mijn honderdduizendste bezoeker verwelkomen. Wie dat was weet ik niet, alleen dat hij of zij bij de openbare omroep werkt. Binnenkort doe ik nog wel iets speciaals om dat te vieren, maar momenteel staat mijn hoofd daar niet naar.)

You keep running away

Een kleine aankondiging: de lieve mensen van nieuwssite Apache hebben mij gevraagd of ik geen columns voor hen wil schrijven, aangezien deredactie.be mijn diensten deze zomer niet nodig heeft. Omdat ik er de man niet naar ben om neen te zeggen, zal ik vanaf vandaag iedere maandag kort doordrammen over een detail dat mij is opgevallen in het nieuws.

Het wordt even zoeken, want Apache zal deze stukjes niet aankondigen op haar voorpagina en ik zal er hier geen saaie metatekstjes over schrijven. Maar via “opinie” en “columns” komt u al een heel eind.

I’ll meet you there, by the old newsstand

Een week lang is hier niets gebeurd. Dat heeft leuke en minder leuke redenen. Ik beperk mij tot de leuke.

Ik heb een populair medium gekaapt. Ik heb een bizar e-mailinterview gegeven en geleerd hoe ik over mijzelf moet praten. Ik ben met  verlof gestuurd door deredactie.be, zodat er woensdag geen column zal zijn.

Een verhaal van mij verschijnt vandaag in een obscuur Leuvens studentenblad. Het heet Taal met alleen jouw naam en misschien zet ik het hier ook nog wel online, ooit. Voorlopig moeten jullie zelf op zoek. Vraag een beetje rond.

Tot slot wil ik dat Ilja Leonard Pfeijffer ook voor mij een lied schrijft.

Nooit nog raak ik een vrouw aan

Mislukken heeft iets geruststellends. Het moment waarop je merkt dat een plan nergens toe leidt en er dan maar voorzichtig een hoofdkussen op drukt. Hoe alle stress wegvalt en er tijd vrijkomt om aan iets nieuws te beginnen.

Vrijdagavond heb ik Ruth Joos een fragment horen voorlezen uit de nieuwe Peter Verhelst. Geen wonder dat ik sindsdien alleen nog kan schrappen.

En vakantie nemen. Morgen doe ik helemaal niets. Mijn vakantiegeld voor Londen is per ongeluk opgegaan aan nieuwe schoenen, maar een dagje Gent met die gekke Kaat kan er nog wel vanaf. Wat daar gebeurt, bewaar ik voor mijn offline dagboek – waarin ik trouwens nog twee weken retroactief moet invullen. Nog zo’n plan dat zich tegen mij heeft gekeerd.

I am drawing the story of how hard we tried

Deze zomer had ik het al eens geprobeerd, een nieuwe layout voor deze website. Jammer genoeg bleek die niet te werken met oudere versies van Internet Explorer en moest ik noodgedwongen opnieuw beginnen.

Deze layout is óók niet compatibel met IE6, maar ik ben er een beetje verliefd op geworden. Ik wacht nog even af of er veel klachten over komen. Waarschijnlijk wel. We leven in een wereld van klagers.

Nooit meer naar buiten, nooit meer iemand zien

Na drie dagen herrees San F. Yezerskiy uit de dood. Meteen kreeg hij het gevoel alsof dit al eens eerder was gebeurd. Wanneer zijn ogen weer aan het licht gewend waren, zag hij dat twaalf paar ogen hem vol verwachting aankeken. Hij schudde het hoofd, draaide zich om en rolde de steen weer op zijn plaats.

Dit is het plan dat ik eerder al heb  aangekondigd: de komende twintig dagen schrijf ik gemiddeld duizend woorden per dag. Het maakt niet uit of dat verhaaltjes, columns of brieven zijn. Om de andere dag loop ik vijf kilometer of meer. Ik eet  mijn five a day en ik drink geen alcohol. Als ik één van deze dingen opgeef, zoek ik weer een grotemensenjob.

Terwijl ik dit schrijf nodigt Facebook mij uit om mee te doen aan No Shave November, een actie die precies inhoudt wat de naam doet vermoeden. Ik overweeg om ook mijn baard te laten staan, zodat ik na dag twee al niet meer onder de mensen durf te komen. Soms moet je discipline een handje helpen.

Hier zit ik dan, twintig dagen lang. De deur staat op een kier.