En het improvisatiemeisje noemde mij een beest

Het was stil in de woonkamer toen ik binnenkwam, en op de televisie was de kist van Nand Buyl te zien. Zijn collega’s vertelden wat iedereen al wist: dat mijnheer Buyl een groot acteur en een geweldig man was. Chris Lomme zei dat zijn dood voor haar niets veranderde, ze zou elke dag met hem blijven praten zoals ze dat nu al jarenlang elke dag had gedaan.  Anderhalf jaar geleden zat ik in Overpelt een spaghetti te eten aan een tafeltje naast dat van die mensen op het scherm. Later op de avond zouden zij samen Spoon River spelen. Het was moeilijk om niet de hele tijd naar hen te kijken, omdat er zoveel vreugde van hun gezichten afstraalde. Logisch, als je het werk waar je zo van houdt zo lang met zoveel plezier mag blijven doen. Zoals mijnheer Buyl dat heeft gedaan, tot het niet meer lukte.

Het is mijn favoriete theaterherinnering, ook al heb ik het stuk  die avond  niet eens gezien. Ook al gebruik ik die anekdote hier alleen maar als brugje naar het Politikatoneel 2009.

Continue reading

A year’s a long time to be doing nothing with your life

Oh god, is het weer december? Ik weet het, het spijt me. Ik vind het zelf ook maar niks, maar als we allemaal even doorbijten is het zo weer voorbij, dat eindejaarslijstje 2008:

  • Boek: 2008 was een mager jaar, maar Nemen wij nu samen afscheid van de liefde maakte veel goed. Het mooiste dat ik gelezen heb is al tien jaar oud en heet Moab is my washpot. De Britse Kartonnen dozen, zeg maar, maar dan nog eens tien keer sterker.
  • Cd: Glasvegas, zonder twijfel. De stad Glasgow op muziek gezet, al weet ik dat niet zeker. Ik ben nog nooit in Glasgow geweest. Ik heb er wel al over horen vertellen. Een tweede plaats voor Get Cape Wear Cape Fly, brons gaat naar Bon Iver. Version van Mark Ronson is eigenlijk van 2007, maar heeft hier wel het hele jaar lang opgestaan. We hebben wat afgedanst, ja.
  • Film: nu kan je zeggen wat je wil, het meest heb ik mij geamuseerd met de Colin Farrell-bilogie Cassandra’s dream en In Bruges. Cinema is niet alleen een culturele ervaring. Als het gezelschap dan toch zo’n grote rol speelt, kan ik evengoed ook Vicky Christina Barcelona en Sunrise vermelden.
  • Theater/concert: ik had al voorspeld dat For all the wrong reasons hier zou opduiken als beste toneelstuk. Onderschat mijn Zesde Zintuig maar niet. Een tweede keer Berlin en een eerste keer Leonard Cohen waren ook memorabel. Bij Adam Green in de AB en The Cribs op Pukkelpop voelde ik mij weer zeventien en gelukkig.
  • Televisie: televisie is leuk, maar radio was the thing this year. Toch heb ik hard gelachen met Frankie Boyle in Mock the Week, had Stephen Fry in America drie keer langer mogen duren en is Man bijt hond sinds de Gentse invasie goed voor een drietal legendarische televisiemomenten per week.
  • Gebeurtenis: mijn opa is er nog, al de rest is bijkomstig. Onder meer bijkomstig: dat ik mijn eerste job en een paar geweldige collega’s heb achtergelaten voor iets beters. Dat ik het niet erg meer vind dat ik nooit helemaal tevreden zal zijn. Dat ik niet heb geweend, behalve bij liedjes van Tim Vanhamel. Et tu, Brute?

Treed binnen allerzwartste

Kutplaatsen, kutstoelen, kutzaal.

Dat was mijn recensie van Geletterde mensen: Ramsey Nasr & Mauro Pawlowski. Dankjewel. Kleine buiging. Het is moeilijk om veel te vertellen wanneer ik het podium niet eens heb gezien.

Toch een kleine addendum: de voorstelling is met de grootste zorg zo spontaan en rommelig mogelijk in elkaar geknutseld. Mauro is niet de beste dichter ter wereld, maar kan wel goed nonchalant zijn, liedjes spelen en achteloos een pointe laten vallen. Ramsey Nasr is wel de beste dichter ter wereld en spreekt met zoveel charisma dat hij Barack Obama Els De Schepper laat lijken. Ik ben verliefd op Ramsey Nasr, ja. Dat betekent niet dat ik opeens geen womanizer-wommah-womanizer meer zou zijn.

Hoogtepunten? Ramsey en Mauro die – meerstemmig, uiteraard – de mooiste zinnen uit Onhandigend bloesemend zingen. Kapitein Zeiksnor en zijn woorden als water. De ontdekking dat we allemaal sincerely average zijn. Dat ik waarschijnlijk opnieuw een kaartje koop. Ik zou het allemaal graag eens zién ook.

Chitty Chitty Bang Bang, our fine four fendered friend

Het is zoals de proloog in een film. De begintitels zijn net verdwenen, het hoofdpersonage komt in beeld en ergens onderaan verschijnt een plaats en een tijd.* Peer, december 2004. Theo Maassen houdt een try-out voor wat later de show Tegen beter weten in zal worden. Ik ben bij mijn beste vrienden, ik heb een geweldige avond. Achteraf zal er nog whiskey volgen, en mooie meisjes en een wedstrijdje hardlopen rond de kerk van Neerpelt.

Continue reading

De kip met de gouden enkels

Twee jaar geleden nam de professor me mee naar de Leuvense Minnepoort. Theaterhervormingsgroep Droog Brood kwam daar Omwille van de smeer spelen, en dat “kon wel eens grappig worden”. Niet dat ik mijn huisgenoot een teveel aan nuance wil verwijten, maar ik heb die avond gelachen tot ik er bijna het bewustzijn bij verloor – een gevoel dat ik pas weer mocht ervaren toen dj Regi afgelopen najaar in De Laatste Show zijn liefde voor Billy Joel bekendmaakte. En toch waren de lachsalvo’s maar bijzaak: Omwille van de smeer blijft me vooral bij als een stuk vol dieptragische personages, niet in staat om hun gevoelens op een normale manier aan elkaar over te brengen.

Continue reading

It’s the one thing that makes me humble

Het was een mooie avond, het was deze mooie avond, toen ik thuiskwam van het toneel.  Op Canvas werd een deel van mijn belastinggeld gebruikt voor een BelgaSport documentaire over Josip Weber. Ik keek maar half. Ik was wat aan het opruimen, mijn mail aan het nakijken, tot ik plots iets bekends zag flikkeren op de achtergrond.  Beelden van het WK ’94, verdomme. Ik ging voor de televisie op de grond zitten en ik voelde mij alsof ik in een in thee gesopte madeleine had gebeten.

Continue reading

For all the wrong reasons

Victoria – For all the wrong reasons. Zonder recensie, maar wedden dat we deze voorstelling nog terugzien in mijn volgende eindejaarslijstje?

Sinds vandaag heb ik Fucker van Eels eindelijk op cd. Na zeven jaar ben ik erin geslaagd om zelfs een mp3 van Mark Everetts beste nummer grijs te draaien. Al is dat ‘beste nummer’ nogal relatief: op de drie schijfjes vol Useless Trinkets lijkt Fucker nog het meest op een zookoekje in een zwembad vol pudding. Voor alle duidelijkheid, ik hou nogal van zookoekjes. En van pudding.

Op mijn achttiende had ik een vriendinnetje dat enorm veel van Eels hield. Niet toevallig heb ik de band dat jaar (het jaar van Souljacker) vier keer aan het werk gezien. We zijn niet meer samen nu. Vorige maand heb ik gehoord dat ze gaat trouwen, want dat doen mensen van mijn leeftijd tegenwoordig. Dat vind ik helemaal niet erg, maar toch denk ik nog even aan haar iedere keer ik een nummer van Eels hoor. Dat geeft niet, Eels heeft korte liedjes. Als ze van Motorpsycho had gehouden, zou ik veel vaker aan haar denken.

Verder nog gekocht: The people look like flowers at last en Inland Empire. Toen ik Lynch z’n laatste voor het eerst zag, ben ik licht teleurgesteld de zaal uitgestapt, maar ik ben er zeker van dat ik hem meer zal appreciëren wanneer ik de kans krijg om hem helemaal te ontleden. Dat zal alvast niet dit weekend gebeuren: ik moet naar een trouwfeest. Want dat doen mensen van mijn leeftijd tegenwoordig.