Categorie: werk

Als ik een paperclip inslik, mag ik dan vroeger naar huis?

Oh nee, een mening. Dat ontbrak er nog aan. Het was niet mijn bedoeling, maar de tabloids hebben mij kwaad gekregen. Kwade columns zijn slechte columns: van hieruit is het nog maar een kleine stap naar stukjes waarin ik van leer trek tegen mensen die geen schoenen aandoen voor ze naar de Delhaize gaan. Laat het zover niet komen, alsjeblief.

Overal porno!

Onder ‘meer lezen’ staan een paar artikels die ik al dan niet heb aangehaald.  Binnen twee weken: de Grote Literatuur die ik al zo lang beloof. Is er nog iemand die mij gelooft?

(meer…)

Denk je dat Milow ons heeft gezien?

Mijn tweede column is een vreemde column. Er zit een beetje mening in en een beetje nostalgie en genoeg highbrow referenties om mij te laten doorgaan  voor de elitaire eikel die ik ben. En dat alleen maar omdat de dingen waarover ik eigenlijk wilde schrijven niet maatschappelijk relevant genoeg waren.

De Beatles zijn dat wel, maatschappelijk relevant. Dievel tevreden, ik tevreden. Dievel heeft ooit met een Beatle gepraat. De verkeerde Beatle, akkoord, maar het blijft meer dan we over U kunnen zeggen.

Zwendel in vroeger (de Beatles en hoe het vroeger was)

Binnen twee weken: Grote Literatuur. Maar dan écht, he.

Een wereld vol watten

Twee weken geleden beloofde ik iets nieuws. Ik hou mij altijd aan mijn beloftes.

Bijna een jaar geleden leerde ik dankzij Het Laatste Uur Louis Van Dievel kennen, baas van deredactie.be en schrijver van de beste boeken ter wereld. Diezelfde Louis Van Dievel heeft mij maandenlang bespioneerd en mij uiteindelijk gevraagd of ik geen column wou schrijven op de site van zijn nieuwsdienst. Een  aanbod dat ik niet kon afslaan.

Ik kan het toch geen werk noemen als iemand mij komt vragen om te doen wat ik altijd doe: mij halfverdrietig door het leven krabben en daar af en toe iets bij opschrijven? Mijn eerste bijdrage gaat over God en Poeske Scherens en staat, met een beetje vertraging, hier online.

(Mijn naam is verkeerd geschreven en er staan gekke tussentiteltjes in de tekst. Zo wil Louis mij met beide voeten op de grond houden. Er wordt goed voor mij gezorgd.)

Hoe zei Jan Mulder dat laatst nog? “Een columnist is geen schrijver, maar een waarnemer, een béschrijver.” Ik ben nog steeds gewoon die wanker met zijn schriftjes. Maar we gaan ons amuseren, daar op die andere site.

Het een-na-laatste grijpen

Een tijd geleden, het was nog geen zomer, zag ik op weg naar het werk een dode kat liggen. Het leek alsof ze sliep aan de kant van de weg en af en toe kwam er een vogel pikken in het rode spul naast haar buik. Ik liep er voorbij en ging doen wat ik elke dag doe. Ik werkte hard, at mijn boterhammen en praatte met een meisje over ontsnappen en toen ik ’s avonds terug naar huis liep lag die kat daar nog steeds. Ik dacht: dit lijkt op het begin en het einde van zo’n artsy lowbudgetfilm over een jongen die zijn best doet om vanalles te bereiken, maar achteraf ontdekt dat hij niet beter af is dan tevoren.

Deze maand is er een lied dat op de meest onverwachte momenten terugkeert, als een motief bij alles wat ik voor altijd wil onthouden – van een toneelstuk tot een autorit.

Vroeger dacht ik dat motieven en een cyclische structuur in films en romans geforceerd werden, om de verhalen gemakkelijker en grijpbaar te maken. Ondertussen weet ik dat zij juist afgezwakt worden, om geloofwaardig te maken wat in het echt zo schoon en toevallig is.

Boek één zal een cyclische structuur hebben, en een populaire single als belangrijkste motief. Maar dat is voor volgend jaar.

Or move to Kreuzburg and escape into the night

Ik heb een Geheim Project met een Geheime Vriend. Zaterdag hebben we voor het eerst samengezeten en ik moet zeggen: ik ben er gematigd positief over. Met gematigd positief bedoel ik overdreven enthousiast, maar ik heb geleerd om mijn manische uitbarstingen voor mezelf te houden. Er ligt een dunne grens tussen uitbundigheid en agressieve stalking.

Een Geheim Project, Moskou en een filmfestival: dit belooft een leuke maand te worden. Een maand met veel werk voor geen geld. Ik ben de slechtste entrepreneur ter wereld. Vanmiddag heb ik twee koffies gedronken om wakker te kunnen blijven voor een koffieafspraak met Geertje. Het startschot is gegeven.

A year’s a long time to be doing nothing with your life

Oh god, is het weer december? Ik weet het, het spijt me. Ik vind het zelf ook maar niks, maar als we allemaal even doorbijten is het zo weer voorbij, dat eindejaarslijstje 2008:

  • Boek: 2008 was een mager jaar, maar Nemen wij nu samen afscheid van de liefde maakte veel goed. Het mooiste dat ik gelezen heb is al tien jaar oud en heet Moab is my washpot. De Britse Kartonnen dozen, zeg maar, maar dan nog eens tien keer sterker.
  • Cd: Glasvegas, zonder twijfel. De stad Glasgow op muziek gezet, al weet ik dat niet zeker. Ik ben nog nooit in Glasgow geweest. Ik heb er wel al over horen vertellen. Een tweede plaats voor Get Cape Wear Cape Fly, brons gaat naar Bon Iver. Version van Mark Ronson is eigenlijk van 2007, maar heeft hier wel het hele jaar lang opgestaan. We hebben wat afgedanst, ja.
  • Film: nu kan je zeggen wat je wil, het meest heb ik mij geamuseerd met de Colin Farrell-bilogie Cassandra’s dream en In Bruges. Cinema is niet alleen een culturele ervaring. Als het gezelschap dan toch zo’n grote rol speelt, kan ik evengoed ook Vicky Christina Barcelona en Sunrise vermelden.
  • Theater/concert: ik had al voorspeld dat For all the wrong reasons hier zou opduiken als beste toneelstuk. Onderschat mijn Zesde Zintuig maar niet. Een tweede keer Berlin en een eerste keer Leonard Cohen waren ook memorabel. Bij Adam Green in de AB en The Cribs op Pukkelpop voelde ik mij weer zeventien en gelukkig.
  • Televisie: televisie is leuk, maar radio was the thing this year. Toch heb ik hard gelachen met Frankie Boyle in Mock the Week, had Stephen Fry in America drie keer langer mogen duren en is Man bijt hond sinds de Gentse invasie goed voor een drietal legendarische televisiemomenten per week.
  • Gebeurtenis: mijn opa is er nog, al de rest is bijkomstig. Onder meer bijkomstig: dat ik mijn eerste job en een paar geweldige collega’s heb achtergelaten voor iets beters. Dat ik het niet erg meer vind dat ik nooit helemaal tevreden zal zijn. Dat ik niet heb geweend, behalve bij liedjes van Tim Vanhamel. Et tu, Brute?