De moraal is op, heden geen moraal

Op de Boekenbeurs van 2008 liep de 91-jarige Albert Tytgadt rond met een plan. Hij zag de lege stoel van Tom Naegels, vroeg of hij daar mocht gaan zitten en sprak de auteur naast zich aan met de woorden: “mijn leven, ge kunt daar een boek over schrijven”. Het is toeval, maar daar zat de man met de strafste verhalen van het land plots naast de strafste raconteur van het land.

Die laatste,  Louis Van Dievel (mijn mecenas, mijn etc.), liet meteen alles vallen om die verhalen op te schrijven. Toch heeft Albert Tytgadt de voorstelling van zijn boek niet meer meegemaakt. Het scheelde maar enkele maanden.

Continue reading

I just got in from the Isle of Skye

Het was zondag. Omdat zondag ook voor Rudy Trouvé een rustdag is, stond de bard langzaam op, schreef hij maar vijf liedjes in plaats van twaalf, tekende enkele platenhoezen, richtte twee groepjes op en laadde eigenhandig al het materiaal in het busje dat hem die avond naar Jazz op Zondag zou voeren. Daar aangekomen veranderde hij het STUKcafé in The Factory. Zes mensen improviseerden liedjes, iemand anders stond tegen een pilaar een schilderij te maken en koffie en Duvel werden in gargantueske hoeveelheden door elkaar gedronken. De vorige keer kon iH8 Camera mij niet overtuigen, maar nu slikte ik alles. Dit was jazz zonder teugels, dit was rock zonder regels, dit was dansen zonder ooit moe te worden.

“You’re a sweet little thing. You make my heart dangle, you make my heart sing.”

Een dag eerder won de heerlijke Lotte Dodion op datzelfde podium een wedstrijd die zij alleen verdiende te winnen. Tijdens de pauze praatte ik met de dichter die de jury voorzat. Hij herschikte mijn prioriteiten zoals hij dat doorgaans alleen met woorden doet. Mijn enige bezwaar verzweeg ik hem.

Het werd maandag. Twee volledig nuchtere nighthawks probeerden mij ervan te overtuigen dat een paar operatief aangebrachte vleugels de beste keuze zou zijn voor mijn carrière en privéleven. Wij praatten, schreven, lachten en tekenden een mooie nacht bij elkaar. Ik ben dit weekend onder de mensen gekomen. Dat is niet helemaal mijn stijl, maar mijn stijl ben ik stilaan beu.

Gedichtenkater

zo graag had ik me
aan haar mond totaal
open gesneden.

Vorig jaar stond hier nog gewoon een volledig gedicht, maar echt koosjer is dat misschien niet. De drie regels hierboven zijn publiek domein geworden omdat zij al een half jaar lang als een gebedsoproep door mijn hoofd schallen.

Ik vierde gedichtendag door hier wat te lezen,  over Icarus, en hier, en natuurlijk ook  hier. Door in Leuven te gaan luisteren naar Bo met de droeve oogjes en door plannen te maken voor zaterdagavond. En dan te zeggen dat ik volgens mijn biograaf niet eens van poëzie houd.

Nooit nog raak ik een vrouw aan

Mislukken heeft iets geruststellends. Het moment waarop je merkt dat een plan nergens toe leidt en er dan maar voorzichtig een hoofdkussen op drukt. Hoe alle stress wegvalt en er tijd vrijkomt om aan iets nieuws te beginnen.

Vrijdagavond heb ik Ruth Joos een fragment horen voorlezen uit de nieuwe Peter Verhelst. Geen wonder dat ik sindsdien alleen nog kan schrappen.

En vakantie nemen. Morgen doe ik helemaal niets. Mijn vakantiegeld voor Londen is per ongeluk opgegaan aan nieuwe schoenen, maar een dagje Gent met die gekke Kaat kan er nog wel vanaf. Wat daar gebeurt, bewaar ik voor mijn offline dagboek – waarin ik trouwens nog twee weken retroactief moet invullen. Nog zo’n plan dat zich tegen mij heeft gekeerd.

Baby Jesus born to rock

Als een jaar alleen bestond uit dingen die je in eindejaarslijstjes kan vermelden, dan zou 2009 een prachtjaar zijn geweest.

  • Boek: jullie denken dat jullie mij kennen, dat ik hier Paul Baeten Gronda of Ivo Victoria ga namedroppen in de hoop dat ik een paar vlokjes van hun credibiliteit kan opvangen met mijn tong. Maar jullie vergissen zich. Het mooiste boek van 2009 was Het land van de grote woordfabriek.
  • Cd: Hombre Lobo? Grace/Wastelands? The Cribs met Johnny Marr? Het is nog nooit zo moeilijk geweest om de eeuwigheidswaarde van muziek in te schatten. Alleen Roosbeef zal hier de volgende jaren nog regelmatig opstaan. Roosbeef wel.
  • Film: een heel jaar lang ging het gelijk op tussen Frost/Nixon en  The Wrestler, maar toen zag ik The boat that rocked op betaaltelevisie in een Franse hotelkamer. Zo kan iedereen het halen, natuurlijk.
  • Theater: dankzij Joke Schauvliege is de keuze nog nooit zo groot geweest als dit jaar, ook al draaiden alle stukken rond hetzelfde onderwerp. MARS! stak er met kop en schouders bovenuit.
  • Concert: mooiste ontdekking: Wolf. Meest onverwachte uitblinker: Maxïmo Park. Voor de geschiedenisboeken: Morrissey. Meeste plezier bij: De Heideroosjes. Buiten categorie: Peter Doherty in Lokeren.
  • Televisie: een overbodige vraag wanneer er een nieuw seizoen van Peep Show is uitgezonden. Alhoewel, die documentaires van Belga Sport waren ook fantastisch. En ik hou niet eens zo van sport.
  • Werk: Het Laatste Uur werd afgevoerd, maar Dievel viste mij op en gaf mij een column. Ik heet nu officieel San F. Yezerskiy en geld stroomt binnen en weer buiten. In 2010 ga ik pas écht mooie dingen maken.
  • Herinnering: A Sunday smile, en Tijs.

Hoe zongen Acda & De Munnik dat? “Dit jaar was zo simpel, lief. Niemand ging er dood, jij kwam.” Acda & De Munnik zijn zeveraars. Wie dit jaar kwam, ging meteen weer weg, en iedereen ging dood. Zoveel mensen stierven er, dat niemand zich in december de voorjaarsdoden nog herinnert. Zoals Martin Bril, die mij misschien niet leren schrijven heeft, maar wel leren kijken.  Ik hoop dat er nog wat te zien valt, waar hij nu ook is.

And maybe it’s time to live

Alle tijd die ik op het openbaar vervoer vergooi, wil ik aan het einde van mijn leven terugkrijgen. Volgens mijn eerste berekeningen zou ik in dat geval nooit kunnen sterven.

Vrijdagavond zat ik op weg naar huis te lezen in Things the grandchildren should know, met The Libertines op de iPod – de twee dingen waar ik deze week het meest van houd. Op exact hetzelfde moment culmineerden zowel hoofdstuk twaalf als lied nummer twaalf in dezelfde twee woorden: een berustend “fuck ‘em”. Het is maar stom toeval dat onze levens regisseert, maar dat toeval is een cineast met oog voor detail.

Continue reading